Column Beurskens: Bien heureux de se trouver ensemble
Er bestaat een oud filmpje waarop te zien is hoe een suffragette zich tijdens een race voor een renpaard gooit. In haar lange kleren blijft zij in een dwaze, onnatuurlijke houding roerloos liggen op de baan. Zij sterft enkele dagen later.
In de negentiende was er door de revolutionairen veel terrorisme in het oude Rusland. Zij schreven naar Tolstoj met het nodige gevoel voor pathetiek … ik heb brieven geschreven met inkt, met onzichtbare inkt, vele met zweet, talloze met tranen en enkele met bloed. Tsaar Alexander III veroordeelde de mensen ter dood, die zijn vader, Alexander II, met een aanslag om het leven hadden gebracht. Leo Tolstoj schreef nog een brief om hen te redden van de strop. Het heeft niet mogen baten. Dissidenten werden in die tijd naar Siberië verbannen of ter dood veroordeeld. Fjodor Dostojewski werd eens onderworpen aan een nep-executie. Hij en zijn mede-studenten hadden de doodshemden al aan. Maar vervolgens werden zij verbannen. Berichten uit een dodenhuis schreef hij toen.
Met geweld bereik je niets. Het lijkt zelfs contra-productief. Communisme komt alleen nog maar voor in die landen, waar de Amerikanen het actief hebben bestreden, Noord-Korea, Cuba en Vietnam. Intern schijnen de Palestijnen toe te geven dat de Intifada hun zaak heeft geschaad. De Mahatma Gandhi bewerkte de onafhankelijkheid van India met spinnen en zout winnen uit de zee. Aan de andere kant lijkt de vreedzame oppositie van de Dalai Lama tegen de bezetting van zijn land door de Chinezen en tegen de verwoesting van de Tibetaanse religie en de cultuur niet te helpen. Hij zit nog steeds in Dharamsala en is daarmee een schrijnend voorbeeld van een vooralsnog onverhoord gebed. Het geduld wordt hier wel erg op de proef gesteld.
Geweld moet altijd worden veroordeeld. Als iemand U op de ene wang slaat, keer hem ook de andere toe zegt Jezus. Terrorisme is nooit goed en we moeten het proberen te bestrijden. Met de huidige methoden bereiken we waarschijnlijk juist het tegenovergestelde, maar niemand kan terrorisme goedkeuren. Iemand, die het op zijn geweten heeft, dat een mens, wiens naam in de hand van God staat geschreven, op 9/11 niet meer thuis komt bij zijn gezin, bij zijn vader en moeder, bij zijn geliefde, bij zijn hondje zelfs, gaat volgens alle religieuze tradities linea recta de hel in, zonder om te kijken. Iemand die het op zijn geweten heeft, dat mensen zich op die fatale dag in wanhoop van de twin towers stortten en dat mensen via de telefoon enkele laatste woorden ten afscheid stamelden naar hun geliefden, en vervolgens stikten of onder het puin bedolven werden, over zo iemand hoeft de menselijke justitie zich niet moe te maken. Hij heeft al de engelen Gods tegen zich. Als je aan deze kleinen komt, waar God zélf garant voor staat, dan ware het beter dat men hem een molensteen om de hals deed en hem in zee wierp zegt Jezus.
Maar toch, er zijn enkele maar tochs. De prozaïsche tegenwerping, dat voor Amerikanen bijvoorbeeld een mensenleven in Irak ook nauwelijks telt, ligt voor de hand. En voor de Palestijnse zaak gelden andere normen dan die van het recht. Zo wordt in de moslimwereld gedacht. De wereld meet op alle fronten wél met twee maten en dat kost ook mensenlevens. Dat is natuurlijk zo. De Amerikanen tellen hun dode tegenstanders niet eens, zo melden zijzelf, ook niet de onschuldigen. Maar ook hier zal de menselijke justitie zich niet moe hoeven te maken.
En ook gaat het hier niet over de dwaasheid en de paradoxale machteloosheid van geweld, van bijvoorbeeld de ingreep in Irak. Als Bush en Bin Laden elkaar in de negentiger jaren waren tegen waren gekomen en George had Ossama in een amicale bui een wens laten doen, dan had Ossama hem zonder twijfel gevraagd, -behalve Israël van de kaart vegen natuurlijk-, hem te verlossen van die flap in Baghdad en daar de shi-iten aan de macht te brengen. Maar ook daar gaat het hier niet om. Dat zit in de sfeer van strategische vergissingen en geniale Arabische listen. Vroeger in het Wilde Westen werd, als er iets vreselijks was gebeurd, een posse uitgestuurd en die moest ergens mee thuis komen. Zo werkt het in Afghanistan momenteel ook en daarom denken de meeste Amerikanen zelfs nog tot op de dag van vandaag, dat Saddam iets met moslimterrorisme uit te staan had.
Vorige week las ik op teletekst een analyse van de toespraak van de paus in Regensburg. In enkele woorden vatte Al-Zawahiri, één van de kopstukken van el-Qaida, het college samen. Het was de eerste analyse, waarvan ik kennis nam die klopte. Dat heeft de Westerse pers nog niet gepresteerd. Bien heureux de se trouver ensemble dacht ik, met nog meer cynisme dan het Franse idioom impliceert. Dit merkwaardige gegeven, -dat men bij al-Qaida terecht moet voor een goede analyse van de rede in Regensburg-, heeft echter iets te maken met het belangrijkste maar toch.
Terrorisme is ook een symptoom van iets. En dat iets, daar moet je over willen nadenken. In het oude Rusland heeft noch de kerk, noch de staat, noch de adel in de hele negentiende eeuw nagedacht over waar het terrorisme symptoom van was, met alle rampzalige gevolgen van dien. Velen van de aristocraten lieten het leven. Allen werden arm en zij, die taxichauffeur werden in Parijs, waren nog het beste af om maar nog te zwijgen over het onzegbare lijden van het Russische volk zelf, ondanks dat de revolutie juist voor de gewone mensen was begonnen.
De suffragette die zich het leven benam, had ongelijk, maar datgene, waar zij een symptoom van uitmaakte, was een goede zaak. Diegenen die bommen legden onder het rijtuig van tsaar Alexander hadden ongelijk -hij had notabene de slavernij afgeschaft-, maar zij waren het symptoom van iets waar men goed aan had gedaan acht op te slaan.
Zo moet ook het moslimterrorisme in alle toonaarden worden veroordeeld, maar het ware goed dat het Westen zich bezon op de oorzaak ervan. In principe is het juist dat de paus de discussie heeft willen aanzwengelen, maar hij had het niet ongelukkiger aan kunnen pakken. Immers de oorzaak van het moslimterrorisme is zeker niet dat de moslims hun eigen traditie niet kunnen interpreteren. De gewone moslim is geen fanaticus en er is een grote kloof tussen moslimfanatisme en hoofdstroom-Islam. Waar de paus moeite voor zou moeten doen is om die kloof te vergroten, niet om hem te dichten. En hij moest de overeenkomsten tussen Islam en Christendom benadrukken, zoals het Tweede Vaticaanse Concilie heeft gedaan, en Johannes Paulus de Grote, noem ik hem maar alvast, zoals die keer toen hij in de moskee van Damascus de Koran kuste. Wij zijn allen naar Dezelfde op weg, en dat is toch al heel wat. De gewone moslim, niet dus de fanaticus, vindt het westen ongelovig, egoïstisch en materialistisch. De mens moet leven vanuit een idee, en dat kan maar alleen een religieus idee zijn. De inhoud van dat idee komt er voor de Moslim in de huidige tijd niet zo op aan. Je kunt ook best Christen zijn is wellicht een stap te ver, maar geen grote. In onze tijd is er geen aanzienlijk inhoudelijk conflict tussen Christendom en Islam actueel en de gewone imams zeggen iedere vrijdag in de moskee wat de pastoors zondags in de kerk zeggen, alleen horen ze dat niet van elkaar. Ondanks dat de katholieke kerk ten onder gaat aan het Westerse denken, heeft ze toch nog moeite het los te laten, de huidige paus voorop, die denkt dat Jezus Christus de stichter van Europa is.
De kerk is naar de marge verdwenen en daar gaat het juist om. De kerk heeft wél een idee en dat is de Moslim -met enige armslag- genoeg. Maar het Westen heeft geen idee en dat is voor de Moslim een probleem van mega-proporties. En daar zijn de terroristen een symptoom van. De terroristen blijven slecht, maar zij zijn een symptoom van iets wat wel degelijk reëel is.
Nemen wij dat symptoom niet serieus, dan wordt het een keer uitgevochten, want de man in de straat wil dat nu al, niet beseffend dat een maatschappij zonder idee, zuiver militair-strategisch gesproken, niet opgewassen is tegen een gemeenschap mét een idee en hij een dergelijke strijd al bij voorbaat verloren heeft. Hierbij speelt militaire macht geen enkele rol, de ouderwetse al niet, maar zeker ook niet de eigentijdse, die slechts bestaat uit wat software, die iedere bijdehante teenager op zijn PC kan ontwikkelen.
Wij moeten dus de kritiek uit de Islamitische wereld en uit de kerk serieus nemen en gewoon doen wat zij zeggen. De oplossing is daarmee dan ook simpel. Wij moeten allemaal weer naar de kerk, want de vrome Moslim en de vrome Christen maken geen ruzie. Zij hebben aan een half woord genoeg om elkaar te begrijpen, omdat zij immers gericht zijn op Dezelfde. En dan zal er ook vrede zijn.
Reacties
Reageren is uitgeschakeld voor dit bericht