Druk op enter om de resultaten te tonen of ESC om te annuleren.

Column Beurskens: De Heilige Geest

Lazarus ( gespeeld door Geert Beurskens) uit het Passiespel van Tegelen, geschreven door Wiel Kusters en geregisseerd door Piere Driessen Hemelvaartsdag heb ik altijd een naargeestig feest gevonden. Jezus is opgestaan uit de dood en even later gaat hij toch weer weg, met de belofte weliswaar dat hij ooit terug zal komen. Ik doe het daar niet voor en de apostelen deden het er ook niet voor. Er was de glorie van de ontmoeting te Emmaüs, maar dan onttrekt hij zich aan hun ogen. De Boeddha deed het anders. Hij had de verlichting bereikt toen hij 33 jaar was. Eigenlijk had hij op aarde niets meer te zoeken, maar na ampele overweging is hij toch nog gebleven tot zijn tachtigste om de mensen te helpen. Hoe triest is het ook voor de anderen, die uit de doden zijn opgewekt, de jongeman uit Naïn, het meisje waar Jezus tegen zei Talitha kumi en Lazarus. Zij wàren al ter dood veroordeeld en nu nog een tweede keer, want dood gaan ze toch. Na het Lazarus, kom naar buiten van Jezus kan het geen leven meer zijn geweest voor hem. Het was toch maar wachten op de volgende en laatste keer. In the last temptation of Christ laat men hem dan ook vermoorden, want wat moet je met zo iemand.

Nee, teruggebracht worden in de eeuwige tredmolen van het leven om het dan weer te moeten opgeven, dat moet wel naargeestig zijn. Niet voor niets beschouwt de Hindoe het steeds weer moeten leven als de hel. Afkomen van de reïncarnatie, dat is de hemel. In afgezwakte vorm zie je dit bij mensen, die echt aan de dood geroken hebben, zoals bij zware psychische trauma´s of bij hen die concentratiekampen hebben overleefd. Zij hebben het gevoel, dat ze alleen maar uitstel van executie hebben gekregen. Behandelaars van concentratiekampsyndromen weten, dat zelfmoord vaak voorkomt. En natuurlijk is daar de mens, die uit zichzelf beseft, dat het bestaan hopeloos tekort schiet, de mens die durft na te denken of de mens, die gedoemd is na te denken. Toen de leerlingen hem zo nastaarden bij zijn hemelvaart, waren ze pas echt verweesd achter gebleven. Wat moet Johannes hebben gevoeld, die blijkbaar echt met Jezus heeft gedweept. Hij wijst ernaar in zijn eigen evangelie. Toen Petrus hem nu zag vroeg hij aan Jezus Wat dan met hem? Met andere woorden wat moeten we nu met hem aanvangen, daar krijgen we nog wat mee. Zo was dat ook met de geliefde leerling van de Boeddha, Ananda, een merkwaardige parallel. Ananda was ontroostbaar toen Siddharta de Boeddha stierf, zodat de andere leerlingen zich een beetje over hem schaamden. Het antwoord van Jezus aan Petrus klinkt wat geïrriteerd, omdat hij al weet hoe het zal worden opgelost op een manier die Petrus nog niet begrijpt. Maar ook, omdat hij weet dat het moet worden opgelost.

Dit dilemma is met Pinksteren opgelost, toen de Heilige Geest over de apostelen neerdaalde. Jezus was tijdens zijn leven voor hen de brug naar het bestaan geweest, naar een totaal ander bestaan, dat zin had en waarin ook de dood zin had. Toen zij hem bij zich hadden, was de knoop van het bestaan opgelost. Nadat hij eenmaal weg was gegaan, leken ze weer in de modder van de tijd weg te zakken. Zoals wij ons soms ook verloren voelen in de kerker van het leven. In de theologie wordt heden ten dage gesproken over de historische Jezus, over het belang hem te zien als mens van vlees en bloed, die toen rond heeft gelopen daar in de straten van Jeruzalem. Niet als een of andere geest, die boven ruimte en tijd zweeft. Als je hem echter ziet als historisch persoon, dan is de relatie met hem na zijn hemelvaart wél weg en wordt Pinksteren dus nodig. De apostelen waren na zijn vertrek weer gewone mensen, meer slachtoffer van hun levensweg dan auteur. Juist zoals wij. We weten erg weinig, zoals de postmoderne filosofen ons leren, nog veel minder dan we ooit hadden gedacht na de Verlichting. Je kunt maar op één manier contemporain zijn zei Søren Kierkegaard al, in je eigen tijd én onder het kruis op Calvarië. Want Christus is ook de verlosser uit de gevangenis van tijd en ruimte. Na hem is het bestaan geen gevangenis meer en kan de mens echt vrij zijn. Je bent vrij op de Calvarieberg, omdat dáár het onverwoestbaar teken wordt opgericht tussen de hemel en de aarde én in je eigen tijd en dat komt door de Heilige Geest. Je kunt erbij staan op Golgotha en Jezus kan zich vanaf het kruis tot je richten met woorden van heil en verlossing. Moest ik gaan door het dal van de schaduw des doods kwaad zou ik niet vrezen want naast mij gaat Gij. De Heilige Geest hebben jullie altijd bij je, maar Mij niet. De historische Jezus, die mens van vlees bloed toen in Palestina, kunnen we feitelijk hier in ons leven binnen halen. En zo lost de Geest de eenzaamheid van de menselijke conditie op. Door die gebeurtenis is de mens nooit meer alleen. En dat komt door Pinksteren. Wat de christelijke traditie zegt over Jezus, maakt de Drie-eenheid nodig en met name de Heilige Geest. Om God zelf te kennen hebben we de Heilige Geest niet nodig. Want de andere monotheïstische religies zullen zeggen, dat ze God ook altijd bij zich hebben en met hem praten. Alles wat wij doen met Jezus en met de Heilige Geest, doen zij met God. Daar is natuurlijk niets tegen in te brengen. Mohammed kun je missen, ook in de visie van de moslims. Ook de Boeddha zegt zelf dat hij maar een leraar van verlossing is.

Echter wij christenen kunnen Jezus niet missen. Zonder hem kunnen wij niet leven. De relatie met die Jezus uit de geschiedenis is de Heilige Geest. Teresia kwam zijne majesteit vaak tegen. De grote mystici werden geroepen door de Geest. Op hemelvaart laatst werd het verhaal van Stefanus, de eerste martelaar, in de kerk voorgelezen. Maar het is natuurlijk veel meer een verhaal voor Pinksteren dan voor Hemelvaart. Hij zag de hemel open gaan en zag Jezus zitten aan Gods rechterhand. Stefanus is een verhaal van de Heilige Geest.

De monniken vroeger in de woestijn hadden vaak maar een simpel gebed. Alleen de naam van Jezus zeggen. Het hesychastische Jezus-gebed is hierop gebaseerd. Het is een éénwoordig gebed, een soort mantra, en het wordt altijd verhoord. Jezus is er werkelijk zelf bij. Hij komt erop af. Om bij dit alles maar eerbiedig te zwijgen over de katholieke eucharistie. Hierom is Pinksteren ook een heel optimistisch feest, vol van vertrouwen. Door de Heilige Geest heeft de mens een link met de man, die over de wegen van Palestina ging, en dan is hij nooit meer alleen. Die geest stelt de mens in staat uit de mythe van zijn tijd uit te breken. Hij is niet meer een willoze slaaf van de geschiedenis, maar werkelijk een vrij mens. Hij kan de werkelijkheid zien zoals ze is door de gebeurtenis op de calvarieberg. En die is alleen maar door de liefde gebeurd zoals ze is gebeurd. Alleen de bezielde mens ziet de zaken zoals ze zijn en dat vieren we met Pinksteren. De grenzen van de mythe vallen weg en de apostelen beginnen alle talen te spreken van de toen bekende wereld.

Johannes is gered door de Heilige Geest en wij gewone mensen ook. Zijn grote liefde, die aanvankelijk misschien jeugdige elementen bevatte, is gebleven en nog sterker geworden door de Heilige Geest, tot zijn eigen onuitsprekelijke verbazing. Zij heeft hem in een mystieke vervoering gebracht, waar zo vele gedeelten van zijn evangelie van getuigen en waar de Apokalyps van getuigt. Zijn evangelie gaat nog meer dan de andere over liefde. Hoe die kan blijven als de geliefde weg is. Hoe dat schijnbaar onoplosbare drama toch is opgelost. Nee, alleen met de hemelvaart had Johannes het niet gered, alleen als emmaüsganger had hij niet verder kunnen leven. Door Pinksteren ging dat wél. Hij schrijft er zelf over … de bruidegom is hij die de bruid heeft, maar de vriend van de bruidegom, die staat te luisteren of hij hem hoort, is al vol blijdschap wanneer hij de stem van de bruide¬gom verneemt, de stem van de verlich¬te. Zo is nu mijn vreugde en zij is volko¬men.
Johannes is het mooiste voorbeeld van de apostel, die toen hij met Jezus optrok, hem niet kon missen. Hij kwam aan het graf op paasmorgen en zag dat het leeg was. Maar die andere leerling snelde Petrus vooruit en kwam als eerste bij graf aan, …. maar hij ging niet naar binnen. De dramatiek van deze gebeurtenis en waarom Johannes het zo heeft opgeschreven zal niemand ontgaan. Toen pas ging ook de andere leerling die het eerst bij het graf was aangekomen, naar binnen, hij zag en hij geloofde. Hij wist meteen, dat het voor zijn leven onoplosbare drama, zich toch op zou lossen. Het is niet de troost van de hemelvaart, maar de troost van Pinksteren en de troost die hij ervaren heeft in die grot op Patmos. De liefde is blijven bestaan en het gemis is verdwenen, zoals el Greco Johannes zo mooi uitbeeldt.

Voor Johannes was Jezus de via salutis, de janua caelestis, het to be or not to be. Toen Johannes, misschien soms met tranen in zijn oude ogen en wellicht ook daar in die grot op Patmos zijn evangelie dicteerde aan zíjn geliefde leerling Prochoros moet hij hebben geweten, dat zijn leven a blaze of glory was geweest, zoals de psalmist zegt … ik zal U doen rijden over de toppen der aarde. En Johannes zelf … voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: gij zult de hemel open zien en de engelen Gods zien opstijgen en neerdalen in dienst van de Mensenzoon. Want Hij, die door God gezonden is, spreekt Gods eigen woorden: zo mateloos schenkt God zijn Geest.

In het Passiespel van Tegelen van Wiel Kusters wordt aan het begin Lazarus opgewekt uit de dood door Jezus. Dit lijkt groots maar hij moet nu wél twee keer sterven. De doem die op hem rust spreekt hij ook uit …

Soms ben ik moedeloos, en hoogstens nog een vonk van het vuur dat in mij was. Ik weet niet waar ik gaan moet en waar staan: verhef je hart eens als het graf steeds aan je trekt.

maar op het eind van de tekst gaan zijn woorden zo …

En wat ik voel, en wat ik weet, is dat ik nu pas echt ben opgestaan.

Dat ik nu pas echt weer leven kan, vanuit de dood die mij beving, een leven waartoe Hij mij riep.

Dat ik nog steeds gestorven was, maar nu met Hem verrezen ben, met Hem die zich verrijzen deed en die het Leven is.

Want wat mij overkomen is, heeft nu pas zin.