Druk op enter om de resultaten te tonen of ESC om te annuleren.

Column Beurskens: De receptie van Reve

Laatst zat ik aan het eten met Nop Maas, de officiële biograaf van Gerard Reve. Hij is tenslotte de emancipator van de homoseksualiteit zei hij. Ook hadden we het over Reves receptie in latere tijden, over hoe uiteindelijk over hem zal worden gedacht. Men kan zich nu wel wat speculaties veroorloven. Hij is er immers zelf niet meer om als het spook van Machelen op te doemen en alles te weerspreken wat je over hem zegt. De legendevorming van de heilige kan beginnen.

Vorig jaar zat ik een keer zondags in de mis in een kerk van San Francisco. In de preek zei de priester dat het gelovige volk zich er op moest voorbereiden that tomorrow the shit is going to hit the fan . Een proces zou van start gaan over priesters, die kinderen hadden misbruikt, en kerkelijke overheidspersonen, die onvoldoende hadden gedaan om die praktijken te stoppen. Later hoorde ik dat het allemaal nog veel erger was afgelopen. Het werd nog veel mèèr dan dat er een paar ongebruikte kerken moesten worden verkocht, zoals de priester die zondag hoopvol voorspelde.

Paus Benedictus bezocht enkele weken geleden Valencia en premier Zapatero kwam niet naar de mis, omdat de paus afwijzend had gesproken over het homo-huwelijk. Vanzelfsprekend had Benedictus gelijk. Er bestaat geen homo-huwelijk. Natuurlijk wel een partner-contract, adoptie, inzegening in de kerk, enzovoorts. Want als mensen zich in de woestenij van de westerse samenleving samen redden en gelukkig zijn, dan is dat natuurlijk fantastisch.

Aan de andere kant laat Benedictus in zijn recente schrijven Deus caritas est wèl duidelijk zien, dat hij oog heeft voor het dilemma. Een mens zonder eros bestaat niet alleen niet, bij alles wat de mens is hoort eros. Zonder eros geen amor. En ook geen creativiteit bijvoorbeeld. Die visie heeft de kerk vaak niet gepraktiseerd. Ascese was het antwoord op alle aandrang van de eros. En dan ging meteen de amor mee de goot in, en de caritas.

Aan de andere kant zakt in de westerse wereld de eros vaak weg tot het niveau van de leerbar. En dan gaat òòk de amor mee de deur uit. Er is zeker een reductie van de eros in de westerse wereld tot een uniek niveau van mechanica, zoals zelden vertoond. Extreme ascese en een eros die alles beheerst komen op hetzelfde neer. Daarmee zit de kerk in dezelfde schuit als het Westen. Zij wil precies het tegenovergestelde doen als de cultuur van de dood die zij verfoeit. En uiteindelijk blijkt zij er niet veel van te verschillen. Immers les extrèmes se touchent. De wand tussen extreme ascese en seksuele uitwassen is maar flinterdun. De weg van de spiritualiteit in menig katholiek seminarie naar obscure parkeerplaatsen schijnt soms maar kort te zijn. Zoals de Boeddhist zegt, kan de Ganges worden gekanaliseerd, maar nog niet het kleinste bergstroompje worden tegengehouden.

Gerard Reve wist dat je over deze heilige zaken niet kunt spreken in wettische teksten. Met de wet is lang niet alle katholieks gezegd, want het is te simpel om te zeggen dat de katholieke traditie gelijk heeft, hoewel ze het wèl heeft en dat wist Reve. Zoals Paulus ook al zei, is die strijd in dit leven nooit opgelost. Als er alleen de wet is, krijg je de uitwassen waar de kerk zo door wordt geterroriseerd, hoe waar die wet overigens ook is.

Reve zal niet worden herinnerd als de emancipator van de homoseksualiteit. Hij zal worden herinnerd als de emancipator van het werkelijke katholieke standpunt over seksualiteit, iemand die het heeft doorleefd en het met zijn bloed, zweet en tranen gestalte heeft gegeven in zijn geheimzinnige taal. Met geen wet is alle katholieks gezegd, maar in de taal van Reve wèl. Reve heeft geweten hoe niet te spreken over zaken die nu eenmaal niet gezegd willen zijn, zo zou de post-structuralistische taalfilosoof het uitdrukken. Hijzelf zocht -in zijn eigen woorden- naar verlossing door duiding. Hij heeft iets gevonden in de liefde wat boven de moraalcatalogus uitgaat, iets wat de paus in zijn tekst ook probeert uit te drukken.

Dit conflict veroorzaakte de neurose in Reve zelf, zoals zijn psychiater het eens uitdrukte, een neurose die goed te vermunten zou zijn. Het heeft even geduurd voordat de grote volksschrijver begreep dat het geen neurose was. Toen het zover was werd hij katholiek, de enig logische consequentie. En tenslotte maakte dit hem in zijn teksten tot de onvergetelijkste van de grote drie uit de Nederlandse literatuur, de enige tijdloze. Daarom is het een absurditeit te denken dat Reve de motor achter de gay-parade of het homo-huwelijk is. Aan de andere kant kan hij de katholieke kerk wèl wat tips aan de hand doen over hoe van haar liaison dangereuse met de westerse eros af te komen. Dan is het in de toekomst wellicht niet meer nodig in de kathedraal van Los Angeles een kapel voor misbruikte kinderen ingericht te houden.

Ooit kwam Reve in Scherpenheuvel, terwijl hij weer eens worstelde met zijn negatieve zelfbeeld, en niet uitgedacht kwam over hoe slecht hij toch was. Daar sprak de Moeder Gods hem toen zelf aan … Gerard, ik verbied je zò over jezelf te spreken. Hij schijnt daarop in een nabij gelegen patisserie-zaak een doos bonbons te hebben gehaald en ze Haar te hebben gebracht. Maar niet allemaal tegelijk … zou hij erbij hebben gezegd. Katholieker kun je het echt niet krijgen. Reve is inderdaad een bevrijder. Dus Nop Maas heeft toch gelijk. Gerard Reve zal worden herinnerd als de emancipator van de homoseksualiteit, maar niet op een manier zoals deze uitspraak op het eerste gzicht zou doen vermoeden.