Druk op enter om de resultaten te tonen of ESC om te annuleren.

Column Beurskens: Hoe worden we zo oud?

Vrouwen worden tegenwoordig bijna 80 jaar gemiddeld en mannen 76. Elders op de wereld is dat tientallen jaren minder. Er was eens een congres van vooraanstaande professoren uit de geneeskunde. Zij moesten schatten hoeveel korter de mensen zouden leven, als er geen dokters waren. De grootste optimisten kwamen tot een half jaar, dat het gemiddeld zou schelen. Anderen meenden dat het helemaal niets zou uitmaken.

Dat wij zo oud worden, zo vonden ook de mensen die ons oud moeten maken, ligt niet aan de dokters. Het komt door de welvaart, het goede eten, de centraal verwarmde huizen, de hygiëne. Hierdoor is kindersterfte bijna verdwenen, evenals de sterfte bij volwassenen aan infecties, bijvoorbeeld tuberculose. Zou je op deze manier welvaart naar de derde wereld brengen, dan steeg ook daar onmiddellijk de leeftijd, het eerst door het verdwijnen van de kindersterfte. Er dokters heen sturen helpt weinig. Zakt de welvaart in onze wereld onder de maat, dan daalt ook hier weer de leeftijd.

Tuberculose is een goed voorbeeld. Als je er de medicijnen voor hebt uitgevonden en ze nog kunt betalen ook, dan krijg je het niet. Als je het krijgt, kun je de medicijnen niet betalen of ze werken niet, omdat je, bijvoorbeeld als alcoholist in de goten van New York, er belabberd aan toe bent. Dus van de spectaculaire vondst van medicijnen voor tuberculose profiteert maar een enkeling.
Dokters hebben natuurlijk ook nog een andere functie dan het uitstellen van de dood. Toen zij nog niet zoveel konden als we nu menen dat ze kunnen, gingen de mensen immers ook naar de dokter. Het is het op één na oudste beroep van de wereld.

Onze buitensporig grote belangstelling voor de dokter in de huidige tijd ligt echter aan ons mensbeeld, de manier waarop wij naar de mens kijken. Wij zien ons lijf als een verouderende auto, die altijd nog wel aan de praat te houden is, als je er maar genoeg geld in steekt. Kijk maar eens naar de old-timers die nog rondrijden.
Er wordt wel gezegd dat we uitgeleverd zijn aan de geneeskunde, maar wij kiezen er zelf ook voor. Ons mensbeeld drijft ons daartoe. Ieder mens heeft angst voor de dood. Als we dan in een tijd leven waarin een deskundige garage de dood van ons af lijkt te wenden, dan doet die goede zaken. Wij leveren het lichaam in bij de dokter als een oude auto en hij is niet te beroerd eraan te sleutelen zolang wij dat willen.

Het akelige is alleen, dat dèze auto er niet langer door loopt. Veel medisch handelen tegen het einde van het leven heeft een ritueel, angstbestrijdend karakter, dat niet veel meer om het lijf heeft dan het dansen om een dode kip en het lezen van de lever in andere culturen. Het veelbesproken rekken, dat de geneeskunde zou doen, heeft statistisch gezien weinig om het lijf. Het sterven verloopt er anders -slechter- door, maar het wordt er niet door uitgesteld. Het weglaten van medisch-technische zinloze behandelingen en goede pijnbestrijding, ook wel passieve euthanasie genoemd, geeft zelden een wezenlijke verkorting van het leven. Het weglaten van alles heeft verbazingwekkend weinig een snellere dood tot gevolg, soms nog eerder het tegenovergestelde.
Heel erg jammer dat de noodzakelijke bezuinigingen in de gezondheidszorg nu juist díe zaken treffen die wèl zin hebben, zoals een goede en liefdevolle verzorging van ouderen en het zonder drempel toegankelijk houden van eenvoudige medische hulp. In een oud Frans adagium heette het dat de taak van de dokter was consoler toujours, soulager souvent, guérir quelquefois ( altijd troosten, vaak verlichten en maar een enkele keer genezen). Daar is niets aan veranderd en dat is maar goed ook.