Column Beurskens, over Maria
Divino Amore
Voorbij de catacomben van Callixtus en de fossa Ardeatina, een groeve, waar de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog 300 mensen executeerden als wraakoefening voor een daad van het verzet, komt bus 218 in de landelijke omgeving ten zuiden van Rome en zet er nog eens extra de vaart in. Het is een prachtige, zonnige dag en hier en daar bloeien al de bloemen van het voorjaar, zoals de felrode klaprozen. De vorige week in Umbrië had ik er nog geen gezien. De zuster en ik hebben elkaar zojuist bij de Sint Jan van Lateranen ontmoet voor een bedevaart naar het heiligdom Divino Amore.
Het dankt zijn naam aan aan een wonder uit de achttiende eeuw, toen een reiziger te voet in de eenzame streken onder Rome aangevallen werd door wilde honden. Hij riep toen Maria aan, die in de buurt op een wachttoren in een oude beeltenis werd vereerd. Hij werd gered en sindsdien is de Moeder Gods van Divino Amore een plaats van bedevaart.
Eerst gaan we naar de mis en daarna vereren we een icoon met haar beeltenis. De muren zijn overdekt met ex-voto’s als getuigenissen van mensen, die zijn verhoord. Rijen krukken hangen er en de fiets van Eddie Merckx en ik meen ook die van Gimondi. Daarna steken we buiten kaarsen op voor diverse intenties, die ons zijn gevraagd. Het heiligdom floreert geweldig. Elke paus komt er wel een keer. Er is een hotel bij en een seminarie. Ieder hoekje is goed bijgehouden en overal staan bloemen. Nu bloeien de amandelbomen. Ook bouwde men er pas een enorme kerk bij, vol met wit marmer, waar we in de sacramentskapel een rozenkrans bidden.
We lopen even door het museum. Er hangen afbeeldingen van verschijningen van Maria. Zij komen uit de hele wereld. Het zijn er honderden. Iedere Italiaanse provincie heeft er wel een paar. De Moeder Gods ziet er vaak uit als iemand van de streek, waar ze verschijnt. Je hebt Indiaanse en Indische Maria’s, alleen een zwarte zag ik er geloof ik niet, of het moest zijn de zwarte madonna van Czestochowa uit Polen, waar de vorige paus zo’n vereerder van was. Of die van Smolensk. Die is meen ik ook zwart.
De catholica en de devotie tot Maria zijn niet van elkaar te scheiden. Toch hoort de devotie tot de Moeder Gods tot een bepaald domein van de kerk. Het is niet goed, als Zij de leerstelligheid in sluipt, of beter gezegd er aan de haren bij wordt gesleept. Feitelijk is dat ook niet gebeurd behalve door de onfeilbare dogma’s over Maria van de laatste twee eeuwen. Het valt op dat de enige onfeilbare uitspraken van pausen tot nu toe over Maria gingen.
In het concilie van Ephese van 431 werd vastgesteld dat zij de Theotokos is, de Moeder Gods, de Gottesgebärerin, zoals het zo massief klinkt in het Duits, maar dit dogma zegt natuurlijk meer over Jezus dan over Haar. Het ging er hard aan toe, want degene die haar toen alleen Christotokos, moeder van Christus, van alleen maar de gezalfde, wilde noemen, de priester Nestorius, is veroordeeld en verbannen. Ik kwam eens een kerkhofje van zijn volgelingen tegen, zo ver van huis als Xian in West-China.
Een recent voorbeeld van een ongewenst effect, als de hiërarchie zich teveel met Maria laat zien, is onze vorige paus. Zijn persoonlijke devotie is natuurlijk boven iedere twijfel en kritiek verheven, maar als een paus zich er zo over uit, is het hek van de dam. Het was toch tijdens dat pontificaat zo, dat ieder vanaf één paars knoopje en hoger zich niet in het openbaar kon uiten zonder het over Maria menen te moeten hebben. Tot vervelens toe. Hoe dichter bij de paus hoe erger het werd. Het ging je echt de keel uit hangen. Tijdens het pontificaat van Johannes Paulus II, wiens grootheid niet kan worden overdreven, heb ik wel eens het verlangen gevoeld, dat de volgende paus niet zo’n openbare devotie tot Maria zou hebben of er tenminste niet zo over zou praten. Dat verlangen lijkt te worden vervuld en dat is beter zo. De Moeder Gods verdraagt eigenlijk geen verering middels het dogma. De katholieke kerk is geen kerk die rond Maria is gebouwd. Zij is geen Maria-sekte. Eens was ik in Goes zondagsmorgens in de mis. De katholieke en protestantse kerk liggen daar met de deuren tegenover elkaar. Op het einde met de deuren al wagenwijd open schallen de katholieken er een Salve Regina overheen om het er nog eens goed in te wrijven. De Moeder Gods is daar niet blij mee volgens mij. De prudentie, die men heeft vertoond over Lourdes was goed, niet omdat er twijfel over Lourdes zou bestaan, maar de Moeder Gods hoort nu eenmaal niet thuis in het leerstellige domein. Dat is niet haar fort. En de hiërarchie zou zich in een Maria-oord eigenlijk alleen moeten vertonen in burger.
De katholieke kerk is inderdaad geen Maria-sekte. Dat zou een rampzalige vergissing zijn. Ik heb ooit eens wat gestudeerd op een organisatie als Opus Dei in de kerk en tegelijkertijd op sekten in de Westerse wereld. Ik vond er toen opvallende en verontrustende overeenkomsten. Als de Moeder Gods wordt gedogmatiseerd, dan ontstaat -over enkele intuïtieve schijven heen springend dat geef ik toe-, een blindheid voor sektarische ontwikkelingen in de kerk. Men gaat dan menen, dat dit soort stromingen de toekomst zijn.
Hoe het nu precies zit weet ik niet zo en ik zat het me de vorige week nog af te vragen. Misschien was er tenslotte inmiddels ook wel wat ten goede veranderd. Ik kwam te spreken met een zuster, die zaken had moeten doen met Opus Dei. Ik vroeg haar of mij bij een mis van Opus Dei iets zou opvallen, als ik niet wist, dat het een mis van hun was. Het antwoord liet in het Zuid-Tirools geen seconde op zich wachten. Sofort. Keine Freude. Niets anders, dat alleen.
Er is een verband tussen het Marianiseren van de kerk en sektarische stromingen in diezelfde kerk, ook al hebben die Maria niet tot onderwerp. Hoe het zit is niet dus zo duidelijk. Het regelen van de Moeder Gods in onfeilbare dogma’s lijkt een concessie aan het denken van de Verlichting. De inhoud van de dogma’s was vroeger immers ook al bekend. Er staat niets nieuws in. Het gaat om de handeling zelf, het doen van een onfeilbare uitspraak, het willen regelen van het geloof, zelfs van de devotie tot Maria.
Anderzijds zijn de sekten in de westerse wereld zeker een gevolg van het westerse, moderne denken en dat is natuurlijk weer een directe afstammeling van de Verlichting. Sekten gaan over het willen regelen van de mens. En een kerk, die zonder het te weten de Verlichting heeft geïnternaliseerd, kan nooit meer profetisch staan tegenover het westerse denken en zal de akelige gevolgen die dat heeft voor religie ook bij zichzelf binnen halen. Scientology is dan iets slechts en ver van het bed -Tom Cruise die trouwt in een scientologische rite aan het meer van Bracchiano, foei en nog eens foei- terwijl men iets soortgelijks binnen de muren van de kerk heeft gehaald en het niet herkent. Een ‘geregelde’ en ‘verlichte’ Maria is onschadelijk, maar de echte Moeder Gods kan ons beschermen tegen dit soort tendensen..
De generaal-overste van de Teatijnen, Valentin Arteaga, bovendien een fantastisch en prijzen winnende dichter, die ik vorige week meemaakte, had het vaak over God, die voor ieder mens het goede wil. Ook wil Hij allegria vreugde. Sei felice? … vroeg de overste vaker aan mensen om hem heen, ben je gelukkig, want dat is van het grootste belang. God wil dat. Dus Keine Freude is inderdaad een doodvonnis.
Eens had ik Gerard Reve in de auto, toen hij op bezoek was in Tegelen. Hij drukte zijn sigaret uit in het gras, voordat hij instapte, want zoals bekend hechtte hij aan goede manieren. Toen ik hem zei, dat hij bij mij in de auto gerust mocht roken, heeft hij het mij ook verteld: de Moeder Gods is de vierde persoon van de Drie-eenheid. Dat is een geheim dogma, dat de paus nog in pectore, in de borst en dus geheim, houdt. Reve had dat al eens eerder onthuld, maar ik draag het toch tot het einde mijner dagen in mijn hart, dat ik het heb gehoord van hemzelf. Over de Moeder Gods kan alleen met voldoende eerbied in het openbaar worden gesproken met de ironie van Gerard Reve. Zelfs het dogma is dan een beperking van Haar glorie.
De Moeder Gods zorgt er ook voor, dat wij kunnen leven met de onfeilbaarheid van de kerk, zolang zij alleen gebruikt wordt voor Haar, want zij verdraagt alles van ons, zelfs onfeilbare epitheta ornantes, zoals dat zij onbevlekt ontvangen is, én zolang het blijft bij één keer per eeuw, want de vermoeide en haveloze menigte, waar Zij medelijden mee heeft en met welke Zij mee over loopt, mag niet worden verontrust. Een molensteen om de hals voor wie dat wél doet. Verder kan zij zich wel amuseren met ons soms zo nodeloos geploeter.
Wat betreft absoluut ware uitspraken over de Moeder Gods was Mohammed in de Koran de kerk met haar onfeilbare uitspraken over Maria overigens ruim voor, vergelijk Sura 21, vers 91 … en (denk aan) Haar die haar kuisheid bewaarde. Wij ademden in Haar Onze Geest, en Wij maakten Haar en Haar Zoon tot een teken voor alle volkeren. Maria wordt overigens in de Koran zo’n veertig keer met de allergrootste eerbied genoemd en dat zal voor de Evangelies niet veel onderdoen.
Een paar jaar geleden zat ik in een raam op de eerste verdieping van een hotelletje in Peru. Van een andere straat hoorde ik van die lyrische en ritmische muziek uit de Andes aankomen. Daar kwam een processie de hoek om. Zij werd op de schouders door de stad gedragen. Het leek wel of ze even glimlachte, toen zij zo vlak onder mijn raam voorbij deinde op het ritme van de muziek jij ook hier? Het was Nuestra Signora de la Merced van Cusco, een klein stadje vol met misdaad. Daar is de Moeder Gods steeds mee bezig, met de troost aan de bedroefden, met het pleiten voor de zondaars, met de redding van de verlorenen, aan wie zij met een door geen mens te overhoren stem zegt dat niemand ooit verloren is. Mij heeft ze ook zoveel geholpen. Ik kan een Maria-oord nooit voorbij lopen. De Moeder Gods Sterre-der-Zee verhoort mij altijd, en als ze het niet doet heb ik iets verkeerds gevraagd. Zij voelt zich nergens te hoog voor en heeft een eindeloos geduld. Ik heb trouwens zelf in de tuin ook een Mariakapel met een beeld van de Moeder Gods van de kapel in ‘t Zand van Roermond erin. Ik zet er elke week nieuwe bloemen in en vul het wijwater bij, en ik ga de deur niet uit zonder er even langs te zijn geweest, maar over dit alles praat ik hier liever niet.
De zuster en ik zitten tot slot van onze bedevaart aan een pizza en een cappuccino, ik ook nog aan een halve fles Chianti, ondanks dat het vasten is. Wij worden omringd door de onvermijdelijke heiligdomspoezen, verbonden aan een Maria-oord als de apen aan een Indische tempel. Ze zijn vreselijk ingebeeld en eten lang niet alles. Vandaag hebben ze blijkbaar zin in iets hartigs, want een croissant laten ze links liggen. In mijn tas heb ik nog twee flessen citroenlikeur zitten, limoncello, hier gekocht, voor de zusters na het eten vanavond een bicchiere, een glaasje.
Reacties
Reageren is uitgeschakeld voor dit bericht