Druk op enter om de resultaten te tonen of ESC om te annuleren.

Column Beurskens: Te veel koks in de keuken

Column eerder gepubliceerd in het tijdschrift Inspiratie

Laatst belde mij een zoon op over zijn vader. Pa komt bij vijf verschillende specialisten en slikt zestien tabletten per dag en ik heb het gevoel dat die ziekenhuisartsen van elkaar niet allemaal weten wat ze doen. Kunt U eens naar hem kijken?

Het ging om een oudere baas van iets over de tachtig, die in zijn leven nog niet veel ziek was geweest. Een flauwte in het gemeenschapshuis, waar hij met de ambulance uit was gehaald, en daarna evenwichtsstoornissen, waren goed voor de cardioloog, de neuroloog, de KNO-arts en de internist. Toen ik hem zelf sprak bleek hij vooral bang te zijn dat de flauwte een voorbode was van een plotselinge hartdood of een beroerte. Een verpleeghuisbestaan schemerde hem ook al voor ogen. Een beetje paniek bij iemand, aan wie ouderdomsklachten tot dan toe voorbij waren gegaan, leidde gemakkelijk tot een rondgang langs talloze witte jassen.

Vooral bij ouderen kunnen dan allerlei problemen ontstaan. Nieuwe ziektes worden soms niet tijdig herkend, omdat zowel patiënt als artsen gefixeerd blijven op de oorspronkelijke klacht. Ook laat de coördinatie tussen behandelend artsen soms te wensen over. Medicatie wordt vaak niet goed afgestemd of het is gewoon te veel.

Het grootste probleem is echter, dat onze patiënt zocht naar een zekerheid die hij nooit zal krijgen. Hij was eigenlijk op jacht naar een schijnzekerheid. Van het ene onderzoek komt het andere. Daardoor neemt de angst alleen maar toe. Op elk onderzoek moet worden gewacht en de uitslag wordt met bange voorgevoelens tegemoet gezien. En de opluchting is maar tijdelijk want ze kunnen toch iets over het hoofd hebben gezien. Vooral bij ouderen wordt er altijd wel wat gevonden en het uitzoeken van bijzaken kost de oudere patiënt veel psychische energie en levensvreugde. Steeds maar nieuwe onderzoeken waar de dokter van weet dat ze waarschijnlijk niets opleveren, maar die hij doet om de patiënt gerust te stellen, vergroten vaak alleen maar de onrust.

De taak van de huisarts is hier de behandelingen te coördineren, wat niet nodig is te schrappen en wat nuttig is te behouden. Het medicijnenpakket moet soms worden geschoond. Het is veel zinniger met een nieuwe vraag die de huisarts niet kan oplossen opnieuw naar het ziekenhuis te gaan dan er steeds maar op controle te blijven. Uiteindelijk hoeft men dan gewoonlijk alleen maar naar de specialist als er echt iets gedaan moet worden, een operatie bijvoorbeeld. In het Egypte van de tijd van de farao’s klaagden ze er al over straks hebben we nog specialisten voor het rechteroog en andere voor het linkeroog. Bij deze oude heer speelde ook de angst voor het ouder worden mee. Daar was hij zich zelf nauwelijks van bewust en hij besefte ook niet dat de geneeskunde hem van die onzekerheid niet zal kunnen verlossen. Bewust en gelukkig ouder worden vraagt een inspanning die niet mag worden verspild aan het ontkennen van de onzekerheden, die de ouderdom met zich meebrengt. De huisarts kan op al deze facetten ingaan. Te veel koks in de keuken is nooit goed. Vooral bij ouderen komen daar brokken van en een verlies aan levensgeluk dat niet nodig is.