Druk op enter om de resultaten te tonen of ESC om te annuleren.

Column: Een heilige onverschilligheid.

Dit weekend ben ik in Berlijn bij een zuster op bezoek, die in een beschouwend klooster zit. Es ist hier ein Teufelsnest. Zij zegt dat niet als een verbitterde onheilsprofeet of een saaie moraalridder, maar uit echte, haast moederlijke, zorg. Uit medelijden ook. Zij vindt dat zij moet bidden voor al die mensen die lijden in deze moloch van een stad. Zij bidt ook zeker voor de jongeren, die hier de zin van hun leven niet vinden. Het klooster moet zijn als een oase en het helpt echt, vindt ze. Ze bidt voor alle intenties waar ze aan denkt en tot slot voor alles waar ze niet aan denkt. 6000 Zwerfjongeren zijn er inmiddels ook in Nederland, zo hoorden we in het nieuws.

Zelf ken ik de zuster uit het klooster in Tegelen, waar ze altijd de kok was. Ik heb heel wat calorieën aan haar te danken, alleen al door wat ze me tijdens het spreekuur voorzette. Zelf heeft zij zich nooit veel om haar gezondheid bekommerd, want ze was er tenslotte voor anderen. Zij kenmerkt zich door een heilige onverschilligheid ten aanzien van haar gezondheid. Ondertussen is ze helemaal kromgetrokken door haar jaren in de keuken. Maar verder is ze oud en kerngezond met een helder verstand en een onverwacht inzicht in de wereld voor iemand die nooit buiten de deur is geweest.
Zingeving in het leven is gezond. Heilige onverschilligheid ten aanzien van de eigen gezondheid is ook gezond. Het ‘heilig’ hoort er echter wél bij. Want de onverschilligheid tegenover de gezondheid van mensen, die altijd achter de geneugten van het leven heen lopen is ongezond. De onverschilligheid mag niet voortkomen uit egoïstische motieven. En ook het voortdurend bezig zijn met de eigen gezondheid is ongezond. Men beleeft dan vaak niet veel lol aan de gezondheid, want als je niet weet waar je gezond voor bent, is er tenslotte natuurlijk ook niets aan. Zo kom je dan toch weer bij de dokter terecht, maar dan bij een andere.

Natuurlijk moet je wél goed voor jezelf zorgen, ook als je voor anderen leeft. Met een slecht functionerend lijf kun je niet veel voor anderen betekenen. De westerse geneeskunde heeft geweldige adviezen voor de mens om wat ouder te worden. Niets nieuws overigens, want de Romeinen zeiden al … als je na je vijftigste nog wat wil leven, moet je niet te veel eten. En over lichaamsbeweging het bekende … mens sana in corpore sano … een gezonde geest in een gezond lichaam. Daar is dan de heilige onverschilligheid, waar de mens gezond bij blijft.