Druk op enter om de resultaten te tonen of ESC om te annuleren.

Column: Gaudium magnum

In mijn vak als dokter heb je medicijnen die op de geest werken, zoals angst-dempende en anti-depressieve medicijnen. Zij breken niet op de persoonlijkheid in. Je blijft jezelf. Zij tasten de persoon in zijn wezen niet aan. Zij maken hem alleen minder angstig en vrolijker. Iets wat bijvoorbeeld alcohol en soft drugs ook doen. Zij zijn niet incisive. Zij snijden -zoals de Latijnse stam van het woord al zegt- niet in de persoon in. Sommige andere medicijnen doen dat wél. Dit zijn de neuroleptica. Zij veranderen het denken van de mens. De persoon wordt anders. Je kunt ze gebruiken voor mensen die verkeerde dingen denken, zoals bij hallucinaties en wanen. En ze zijn ook gebruikt bij mensen die dingen denken die niet bevallen, zoals bij dissidenten in de Goelag-archipel, zo zegt men.

De kerstvreugde moet incisive zijn. Ze moet bij je inslaan, ook al heb je het nog zo slecht. Ze moet je boven het bestaan uittillen. Hoe schamel je ook verschijnt aan het kribje van Bethlehem, je zult er zeker samen met de engelen het Gloria in excelsis Deo zingen. En als je schamelheid bestaat uit je geleerdheid, die je tot geen enkel antwoord heeft gebracht en zelfs de vragen nog heeft vermeerderd, zoals bij de drie wijzen uit het Oosten, dan juist breekt die ene lichtstraal over de velden van Efrata op jouw duisternis in. Radicaal en voorgoed. Zoals het gaat in het oude kerstliedje …

Toen zij er te Bethlehem kwamen
Daar schoten drie stralen dooreen
Een straal van omhoog zij vernamen
Een straal uit het kribje benee
Daar vlamd’ er een straal uit hun ogen
En viel op het Kindeke teer …

En als je bij die mensen was die toestroomden met een lichtje in de hand door de bossen van Greccio naar de kerstviering, waar Franciscus van Assisi zelf preekte -de mooiste kerstviering in de geschiedenis, zo wordt gezegd-, dan was je bestaan van te voren zonder twijfel onzeker en gebroken. Toch was er juist daar de vreugde van Kerstmis, en niet alleen omdat Jezus er zelf bij was in het kribje, zoals de legende zegt. En voor de mens die gebukt gaat onder schuld, was er dat bijzondere geval van Teresa van Avila, die van zichzelf zegt … the soul sees for itself that it deserves to go to hell, and that its punishment is bliss … de ziel ziet bij zichzelf dat ze het verdient ter helle te gaan, en zijn straf is gelukzaligheid.

Voor de viering van de komst van God op aarde heeft men al sinds de oudste tijden de Romeinse viering van het licht genomen. Dat kon niet beter treffen. Al onze symboliek van gezelligheid met Kerstmis – de kerstboom met zijn lichtjes- draait om licht in het donker, om dát contrast op het donkerste punt van het jaar. De kerstboom is een heidens gebruik, zoals men vaker hoort zeggen. Dat kan wel zo zijn, maar het is wél mooi en treffend. Ik beklaag de mensen die Kerstmis moeten vieren in de tropen op of op het zuidelijk halfrond. De inwoners van Sydney gaan met Kerstmis naar Bondi Beach om te zwemmen. Brrr.

Nu zegt de traditie wél, dat de volmaakte vreugde alleen in het paradijs wordt gekend, maar toch, een oefening in kerstvreugde is goed. Toen ik mij dat had bedacht, ging er prompt van alles mis in mijn huisartspraktijk. Een ongekende drukte, zoals ik ze zelden heb meegemaakt, ineens een waarnemer weg en nergens een andere te krijgen. Veel zieken, ook erg nabij. Pastoor en kapelaan draaien overuren, maar dan is de dokter gewoonlijk ook al ruim aan de beurt geweest. Alsof ze daarboven tegen elkaar zeiden … eens kijken wat er van die grote mond overblijft in een paar weken. Als ik tijd heb krijg ik mijzelf altijd wel opgewerkt tot devotie, met hulp van de genade Gods natuurlijk, want als die er niet is, ben ik maar een beklagenswaardig schepsel. Als ik die tijd niet heb, kachel ik langzaam achteruit. Maar dat moet dan juist de oefening in kerstvreugde zijn … bedenk ik me. Je moet ze midden in je dagelijkse bestaan kunnen voelen, ook bij tegenslag. En dat lukt me juist slecht. Vooral bij drukte lukt het me slecht.

De mens die streeft naar de vreugde van Kerstmis, moet het onmogelijke zo onmogelijk laten als het is. Je moet het niet zelf proberen op te lossen. De mensen in de Middeleeuwen die in Greccio naar Franciscus gingen – de paden naar Greccio waren als beken van licht- konden hun bestaan echt niet veranderen en Teresa zat met een knoop in haar bestaan, die ze echt niet zelf kon ontwarren. Je moet niet bidden tot God om pietluttigheden en ook Hem de oplossing niet voorschrijven. Je moet bidden om een wonder en geloven dat het al verhoord is. Dat is het wezen van de echte liefde tot God, die Zijn Zoon ons voordoet, en het gevoel daarbij is vreugde, de vreugde van Kerstmis.

Het is een mooie oefening om alles in de hand van God te leggen. When all trouble seems sweet and acceptable to you you have found paradise upon earth … als alle moeilijkheden je bekoorlijk en aanvaardbaar toeschijnen, dan heb je het paradijs op aarde gevonden … zegt Thomas à Kempis. En één van de hoofdstukken uit zijn beroemde boek, de navolging van Christus, is … over de koninklijke weg van het heilig kruis. He has many who desire comfort, but few who desire suffering … Hij heeft er veel die verlangen naar troost, maar weinigen die verlangen naar lijden. . Als alle ongeluk je geluk toeschijnt, dan ben je altijd gelukkig … ja, dat is een waarheid als een koe en nog een grappige ook. The cross everywhere stands ready, and everywhere awaits you … het kruis staat overal klaar en overal wacht het je op. Alle bestaan is lijden. Hef het ego op in liefde en je bent gelukkig. Dit antwoord op de vragen van het bestaan doet de Boeddha glimlachen. Maar die lach en die vreugde zijn niet in logische termen uit te leggen. Ze staan als een vlag op de grootste geheimen van het menselijk bestaan, maar ze onthullen ze niet. Want er komt meer bij kijken dan deze simpele woorden. Wat ze in ieder geval zeggen is, dat het lijden de kerstvreugde niet mag temperen. Ze moet incisive zijn. En dan gebeurt ook, wat Jesaja in de Kerstnacht zegt…. want alle dreunend stampende laarzen en met bloed doordrenkte mantels worden verbrand en verteerd door het vuur (Jes. 9,4). Een moeilijk te begrijpen zin die zich schril aftekent in het poëtische epistel van de Kerstnacht, dat verder van een hemelse schoonheid is. Voor mij is het de mooiste tekst uit de hele kersttijd. Maar juist die ene zin is een aanzegging, dat de formidabele en soms gruwelijke barrières tegen de vreugde van Kerstmis met vuur en geweld worden afgebroken.

Toen ik klaagde over de stress tegen een zuster, die ik wel eens op het spreekuur zie, zei ze genadeloos … kijk maar naar Edith Stein, die zegt … leg al je zorgen op de schouder van de Verlosser. Begin iedere dag opnieuw en sluit hem ’s avonds ook helemaal af. Iedere dag heeft genoeg aan zijn eigen leed … zoals Jezus in de Bergrede zegt. Geen zorgen en spijt over het verleden, want het goede was goed en het foute is vergeven en vergeten. En niet over de toekomst. Überhaupt … zegt Edith … je moet je nooit zorgen maken.

Ik werp tegen … maar als ik er dan niet toe kom om nog naar die ene patiënt met een ernstige ziekte te gaan? Dat irriteert me enorm. De zuster … had je er tijd voor? Nee? Dan hoef je er ook niet druk om te maken. God zorgt wel. Nee, op een och erm hoef ik niet te rekenen. En zelfs Teresa van Calcutta zorgde ervoor dat de zusters de nodige keren op een dag naar de kapel konden stuiven; Benedictus schrijft drie uur bidden per dag voor … probeer ik nog even. Daar komt helemaal geen antwoord op. En Ahmed, de Moslim, mijn administrateur, maakt het helemaal bont … ik rust uit tijdens mijn werk. Niemand hoort mijn gelamenteer aan en daar moet een goede reden voor zijn. De medemens die niet met je meegaat heeft gelijk. Je moet hem prijzen, want het is je grootste vriend … zegt Thomas à Kempis en voor als die medemens kritisch is, doet Teresa daar nog een schepje bovenop … en het is nog veel erger dan ze denken. Thomas à Kempis zegt dan over mijn kleine geval … laat nooit de omstandigheden jou controleren. Jij moet de omstandigheden controleren en … zet de zorg voor je ziel vóór al het andere. Anderzijds zegt de tekstbezorger van deze columns dat drukte geen excuus is en hij heeft ook gelijk. Plaats genoeg voor een wonder dus.

De mens moet met de hemel kunnen feesten en niets kan daar in de weg staan. Als je er niet goed in slaagt door tijdgebrek, dan heeft dat vaak met bezit te maken. Daarom vonden de heiligen bezit ook zo gevaarlijk. Franciscus stierf naakt op de grond, want hij wilde zijn pij nog niet eens bezitten. Het obstakel tegen de vreugde van Kerstmis zit alleen in jezelf. Dus, het is goed dat mijn klagen over de omstandigheden verbazingwekkend unaniem en onafhankelijk van elkaar door al mijn goede raadgevers streng en misprijzend wordt bekeken. Kerstmissen in de moeilijkste omstandigheden zijn de mooiste, niet alleen bij de soldaten in de loopgraven van Noord-Frankrijk in de Eerste Wereldoorlog of die in de Tweede Wereldoorlog in de ketel van Stalingrad, maar ook bij ons zou dat zo moeten. De eenzame mens die zichzelf kan overreden te geloven in de vreugde van Kerstmis en hem die de genade overvalt dat het ook lukt, is vanaf dat moment nooit meer eenzaam. En de genade komt altijd naar hem die erom vraagt, en soms ook ongevraagd. Er blijft geen gebed onverhoord bij de mens van goede wil. Dat is de vreugde van Kerstmis.

De kerstvreugde moet je voelen, zelfs al zie je de lege banken in de kerk, ook al met Kerstmis tegenwoordig, of al moet je, als je de eenzame mens bezoekt, even meekijken naar de horror van de televisie in die dagen. De vreugde van Kerstmis overstijgt dit alles. Niets staat haar in de weg, zelfs dus niet een uur naar RTL kijken. Als je dat ene uur trouwens overleeft zonder te moeten grijpen naar een tablet, dan ben je wél al tot een zekere hoogte gestegen, moet ik zeggen. En dat besef vergroot de vreugde van Kerstmis dan ook weer.

De vreugde van Kerstmis laat ons uitbreken uit de gevangenis van tijd en ruimte. In het begin van dit weekeinde lag ik eerst een dag op apegapen naar het plafond te staren in een Romeins hotel, omdat ik zo laat bij de zuster niet kon aankomen. Nu ben ik een bid- en vastendag aan het doen. Om plaats te maken voor de vreugde van Kerstmis. En langzaam maar zeker komt het geploeter van rond de kerstdagen in een ander, mooier licht te staan. Ik kijk nog eens naar de foto’s van die tijd, die ik op de computer heb staan. De kerststal met de zeven kerstbomen eromheen is toch wel erg goed gelukt dit jaar. Verlate kerstvreugde dus. Maar niet té laat, want het seizoen van Kerstmis duurt immers nog tot in februari.

Hier gaat ergens de vergelijking met de zware medicijnen mank. Deze breken de persoon af. De kerstvreugde zet de persoon juist in een eeuwig licht. Hij bloeit weer op en zijn ogen gaan weer glanzen, zoals het in de Bijbel staat. De zuster komt nog laat langs met een zak brood. Zij voelt zich schuldig, omdat ik niets anders te eten heb gehad. Hoeft niet, want ik heb immers een bid- en vastendag. Ik kijk haar na in de deur van de priesterwoning, waar ooit kardinaal Höffner logeerde tijdens het concilie en ook de huidige paus was er vaker. Ze zullen hier vruchtbare dagen hebben gehad, maar de mijne was het ook. Roetsj niet uit … roep ik haar nog na, als zij in het donker langzaam met een grote zwarte paraplu door de plenzende regen onder de bomen terug loopt naar het hoofdgebouw. De kerstvreugde geeft de mens een geest die tijd en ruimte overstijgt, een glorie die de grenzen van zijn bestaan verdampt. Adeste fideles, laeti triumphantes … komt allen tezamen, jubelende van vreugde …

Ja, werkelijk, het is zo, alleen de ster van Bethlehem kan ons redden. Het volk dat ronddwaalt in het duister ziet dan een helder licht … zeg Jesaja. Als ons zoiets overkomt, dan kunnen we inderdaad spreken van een gaudium magnum , een grote vreugde, van een blijde boodschap, waar psalmen en profeten over spreken, wat Stefanus zag toen de hemel voor hem openging, wat Pascal voelde toen hij voor zich uit stamelde … de God van Abraham, Isaac en Jakob. Het is de joy van Bhrigu, de Hindoe, die zocht naar het wezen van het bestaan en die vond in de vreugde zelf. Dan is het altijd Kerstmis. Dan kunnen we iets zien van het stralende licht van uw glorie, waar de paus om bad in de preek van de nachtmis. In quest ora noi aderiamo al canto di lode della creazione e la nostra lode è allo stesso tempo una preghiera: Sì, Signore, facci vedere qualcosa dello splendore della tua gloria … op dit uur voegen wij ons in de lofzang van de schepping, en onze lofzang is tegelijkertijd een gebed: … ja, Heer toon ons iets van de glans van uw glorie .