Column: Kredietcrisis
In deze dagen vraagt men zich wel eens af wat de werkelijke waarde is van onze economie. Er is mij verzekerd dat de AEX niet onder de nul kan zakken. Straks krijg ik nog gelijk dat ik alles meteen opmaak, want een arbeider is zijn loon waard en de toekomst kun je niet kopen. Hoewel ik wel aan een pensioenfonds moet betalen. Dat zeg ik eerlijk.
Men is er enkele jaren geleden al achter gekomen wat de waarde is van de elektronische communicatie-hype. We weten inmiddels dat je in een hutje in Afrika of in een voorstad van Calcutta kunt verhongeren, terwijl je een TV hebt, aangesloten bent op het internet en in het bezit van enkele mobiele telefoons. De Hmong in Noord-Thailand hebben schotel-antennes op het dak van hun op inzakken staande woningen. Dus die communicatie-gadgets zijn al niets waard. Zij worden met de miljoenen tegelijk uit robots gespuwd, terwijl de kennis erachter al lang ontwikkeld en betaald is. En voor het communiceren baten ze ook niets, maar daar moeten we, geloof ik, nog achter komen.
De economie kan dus het aanzien van een haast dubbele waarde hebben -toen de Aex nog op 700 stond-, terwijl het in feite een zeepbel blijkt te zijn. En ik vraag me ook wel eens af, leek als ik ben, wat de waarde is van de economie in de plaats waar ik werk als huisarts? Of die van mijn praktijkbevolking? In ieder geval niet voldoende om allen die niet werken – en dat zijn de meesten, zij het voornamelijk om een goede reden – te onderhouden. Als er geen geld was, wat moesten ze dan?
Dus de beurs wordt de laatste tijd opgebouwd uit computerbestanden, die geen relatie meer hebben tot de werkelijkheid. De enorme schommelingen gaan niet meer over iets dat substantie heeft. De ABN is binnen één jaar tientallen miljarden in waarde gezakt, terwijl er hetzelfde werk wordt gedaan. Eens heb je iets, dan heb je niets. Zo zit inderdaad een casino in elkaar. De beurs is een speelhol geworden met de goktafels rechtop. En in Amerika hebben de banken mensen hypotheken aangepraat, die zó ingewikkeld in elkaar zaten, dat zij zich ongemerkt levenslang in slavernij begaven of nu dakloos zijn geworden.
Ja, men heeft het gevoel, dat men naar iets slechts zit te kijken, anders dan wanneer je naar het nieuws over een erge orkaan of een zware aardbeving kijkt. Bij de kredietcrisis komt niet de vraag van de theodicee op. Hoe kan God dit toelaten? We zijn het zeker op de een of andere manier zelf schuld. We kunnen zelf van onze gemeenschap een paradijs of een hel maken. Daaronder valt het, dat is wel zeker, want alles lijkt gebaseerd op hebzucht. Voor een paar tienden van procenten rente méér zetten mensen hun geld op onsolide banken. Gemeentelijke specialisten zetten miljoenen op een bank van een gemeenschap die niet groter is dan de helft van Amsterdam. Nick Leeson kon een hele bank failliet laten gaan. Veel mensen die aan het roer zitten hebben blijkbaar de mentaliteit van een speler aan de goktafel.
En dan de enorme bonussen en salarissen, dat is natuurlijk gewone ouderwetse criminaliteit, waar vroeger oorlogen en revoluties om begonnen. De oude adel in Rusland heeft zoiets ontzettend lang volgehouden door te zeggen dat het zo hoorde. En men heeft het lang geloofd, totdat het een keer helemaal mis ging. Zoals Onno Ruding laatst op de TV zei dat hij een salaris van een miljoen heel normaal vond. Dat gelooft men en heeft er zelfs bewondering voor, zolang je er maar koddig genoeg bij kijkt.
Nu krijg je het ook, dat mensen hun gokschulden proberen te verhalen op hen die nog wat hebben. Het is ook een goede aanleiding om de ouwelui uit te schudden of laat ons zeggen een collecte te houden onder hen. De belegger in Europa is al de Amerikaanse schulden aan het betalen. En de collecte kan nu worden gehouden …, zoals bij ons de emeritus-priester altijd zegt tijdens de mis. George Bush is inmiddels ook alweer komen bedelen om zijn oorlogen betaald te krijgen. Het is een probleem van ons allemaal. Terwijl de Verenigde Staten 10.000 miljard dollar schuld hebben. Dit moet toch zuur zijn voor de arme landen, of zelfs maar voor de bevolking van Zuid-Amerika. En de Amerikaan zelf schijnt het helemaal niet te deren, zo hoor ik van iemand die nog pas in de Verenigde Staten is geweest. Ongetwijfeld een voorbode van een kom het maar halen in de toekomst. Je voelt het aankomen. Het is de arrogantie van degenen die hebben en die niet weten wat er in de geschiedenisboeken staat.
Een paar jaar geleden zei een deskundige tegen mij … het is niet goed dat er zoveel in handen is van de aandeelhouders. Ook zonder de nieuwe problemen is de beurs er toch voor bedoeld onevenredig veel geld te verdienen aan andermans arbeid. Als dat niet zo is, dan kun je je geld net zo goed gewoon uitlenen. Moeten we misschien terug naar de oude Bijbelse economie? Als iemand geld nodig heeft voor een bedrijfje geef je het hem, zonder rente ervoor te vragen en zonder winst ervoor terug te verwachten. Alleen moet hij zijn schuld een keertje terugbetalen, desnoods met zijn eigen arbeid. Of die van de vroege christelijke gemeenschappen, waar alles werd gedeeld? Of moeten we straks misschien nog Islamitisch gaan bankieren? Dat zou wel komisch zijn. Dan is de duivel is toch zeker wel door de achterdeur binnen geslopen. Of zouden er niet tenminste banken moeten bestaan die je geld gewoon bewaren in plaats van het te vergokken? Al het andere is stelen? Nee, dan ben ik een communist en dat wil ik nu ook weer niet.
Mijn oma, een Duitse die rond 1930 naar Nederland emigreerde, omdat zij een Nederlandse man had, heeft twee maal in haar leven het geld kapot zien gaan. Na de Eerste Wereldoorlog in Duitsland en na de Tweede in Nederland. Ik heb nog Reichsmarken van haar. Lappen papier die niets waard waren. Op het einde van haar leven had oma niets meer met geld. Dat had ze afgeleerd.
We zijn opgegroeid met het idee, dat de mensen vroeger nu eenmaal arm waren, maar dat is natuurlijk helemaal niet zo. De Bijbelse economie bijvoorbeeld was niet arm, veel Afrikaanse economieën evenmin, totdat wij kwamen. Waar we aan terugdenken was een recessie, die van de dertiger jaren en aan de armoede van Duitsland na de Eerste Wereldoorlog. En dat ging ver, denk maar aan de kindersterfte in die tijd. Maar eerder was het beter. Echte armoede is natuurlijk ook vooral ontstaan met de industriële revolutie en de kapitalistische economie. En met de opkomst van de grote steden. Leo Tolstoj had op het einde van de negentiende eeuw een huis in Moskou, maar hij kon er niet leven, omdat hij zag wat er met de gewone mens gebeurde in zijn nieuwe slavernij, terwijl hij net de oude had afgeschaft op Jasnaja Poljana, zijn landgoed bij Toela. Zijn vrouw ging er dan maar weer heen terug, want in Moskou was er niets met hem aan te vangen. De derde wereld is ontstaan door een globale economie die oude structuren opbrak. Als U meer dan 1650 euro bezit bent U rijker dan de helft van de mensen op aarde … zag ik deze week op een poster. Wat die 1650 ooit nog waard zullen zijn, want iets zullen we toch wel merken van die kredietcrisis?
Bij ons thuis hangt een foto uit de tijd dat de familie nog in Duitsland woonde, gemaakt door een rondreizende fotograaf. Het is een wel een heel schamel troepje, dat daar voor het kleine huis aan de weg staat. En ze waren er natuurlijk niet op gekleed, want de fotograaf kwam langs de deur op een gewone, doordeweekse dag. Het moet geweest zijn in 1928 of in 1926. Het is namelijk de vraag of het kindje in de kaduke kinderwagen Sjengske was die op vierjarige leeftijd van schrik stierf, toen hij de schuur zag afbranden, of reeds mijn jongste oom, toen Sjengske er al niet meer was.
Wat is die kredietcrisis toch een saai onderwerp. Want de religieuze mens moet er natuurlijk over schrijven hoe je de hemel op aarde kunt krijgen en dan zijn we hier toch ver van de weg geraakt. Aan de goktafel hoort hij zich niet te vertonen. Dat was ook de zwakke plek van Fjodor Dostojewski, waar hij zoveel onder geleden heeft. Ooit beschrijft hij hoe onweerstaanbaar hij het speelhuis van een of ander Duits kuuroord – het was Baden- Baden, meen ik – werd binnen getrokken en hoe hij uren later naar buiten wankelde, een fortuin lichter en een geest zo zwaar als de halve aarde. Het was één van zijn zonden. Geen stap zou ikzelf over de drempel van een casino moeten zetten. Ikzelf zou zó alles kwijt zijn. En op de beurs was ik dan inmiddels ook al zover.
Bah, bah, wat een verhaal. Ik moet er toch een christelijke draai aan geven, anders past het niet op deze bladzijden of is het gewoon gemopper. Het doet me dan denken aan Tolstoj die in zijn oorlog en vrede een belangwekkende visie op de geschiedenis ontvouwde, de enig juiste volgens mij, namelijk de volstrekte onbelangrijkheid van de leidersfiguur. Toch heeft hij later spijt gehad van deze uitweidingen en dit soort gefilosofeer. Nadenken en schrijven over de kredietcrisis is een verleiding voor de monnik, die ik toch probeer te zijn. Het heeft geen zin en het is een verspilling van tijd. Daarom trokken ze vroeger ook naar de eenzaamheid, om van dit soort verleidingen verschoond te blijven en hadden ze geen bezit. Hongersnoden komen nu eenmaal over het land en je weet niet waar ze vandaan komen. Zo is nu eenmaal het leven.
Maar wat moeten we dan? Mijn oma heeft toch proberen te leven. Toen ze al heel oud was heeft ze nog friet moeten leren maken, omdat onze moeder gestorven was en ze bij ons inwoonde. Daar slaagde ze niet zo goed in, omdat het haar niet aan het verstand te brengen was dat je frites twee keer moet bakken. Maar toch, we waardeerden de poging, hoewel het ons moeite kostte dit te laten blijken in het zicht van die slappe, bleke frietjes. Van onze kleine wereld een paradijs maken. Dat ligt in de macht van de mens. Hij kan vandaag beginnen en dan heeft hij morgen al succes en het is pas morgen, omdat hij ‘s nachts nu eenmaal in zijn bed ligt. Anders was het al vannacht.
Om met Jesaja te spreken …
Komt allen die dorst hebt, hier is water,
en gij, die geen geld hebt,
komt, koopt koren en eet zonder geld,
en drinkt zonder betaling wijn en melk.
( Jesaja, 55,1)
Reacties
Reageren is uitgeschakeld voor dit bericht