Harrie Beurskens, uitvaart
In memoriam in de kerk van de Heilige Lambertus in Swalmen door Wim Beurskens. Harrie Beurskens was een vriend, reisgenoot en neef van de samensteller van deze website.
Woensdag 21 juli 2021
Beste mensen,
De vorige week vertelden de dokters aan Har dat ze aan een nieuwe bloeding niets meer zouden kunnen doen. Soms was het wat moeilijk bij Har te peilen wat hij over iets dacht, maar toen die dokters weg waren zei hij. “Ik heb drie keer ‘de dood van Ivan Iljitsj gelezen.” De novelle van Leo Tolstoj verhaalt over iemand die moeilijk sterft aan een slopende ziekte.
Har heeft zijn vreselijke ziekte niet ontkend, zoals Ivan Iljitsj, maar hij had wel de hoop nog een paar jaar te kunnen leven, zoals hij tegen iemand vertelde, “maar we hoeven tenslotte toch niet allemaal 90 en dement te worden.“ Of iets in die geest zei hij dan.
Hij bleef er flegmatiek onder. Angst heb ik bij hem niet gezien. We hebben nog gezellige gesprekken gehad. Je kunt het niet altijd over ziekte hebben. En daarom gaf hij me vaak tips over koken. Hij was immers een volleerd kok. Jaren is hij naar België naar een koksschool gegaan.
Buiten zijn werk bij de PLEM is hij altijd actief geweest. Hij zat in vijf besturen meen ik, van de RABO, het CDA en Camillus tot het buurtbestuur dat zich onder andere bezig hield met het monument op de Heide en het Kapelletje op de Heide. En hij zat in de organisatie van Marktredwitz, de gemeente waarmee Swalmen verbonden is.
“Op meneer Beurskens kon je altijd bouwen” zei me laatst een oud-medewerker van de PLEM. Petra zegt “hij was er altijd mee bezig, met die besturen.”
Toch heeft hij ook genoten van zijn pensioen. Hij las uren per dag in zijn bibliotheek en als in de keuken van restaurant de Mert een bestelling binnenkwam “een kop soep zonder brood” dan wisten ze dat Harrie daar zat met een boek en een pen, want hij had van mij de gewoonte overgenomen te kladderen in boeken, ik moet zeggen, heel netjes aan te strepen. Dit betekende dat hij al zijn boeken moest kopen, mede daarom zijn enorme bibliotheek.
Hij was een hele precieze, alles moest volgens de regels gaan. Vooral bijvoorbeeld het wijn drinken. Twee weken geleden moest er voor mij een fles wijn worden open gemaakt. Hij dronk zelf al niet meer mee en hij kon het ook zelf niet meer klaar maken. Er moest een stuk keukenrol en een paperclip komen en Petra en ik wisten allebei niet meteen wat hij bedoelde. Maar dat was tegen het morsen.
Met wijn moest je eerst walsen om hem te keuren en dan moest je zeggen “het is prima”. Wat zich in de loop der jaren verkortte tot het gevleugelde woord “sprima”.
Naar een bepaald café nam hij altijd zijn eigen wijn mee want die ze daar verkochten was niet te drinken. Hij moest wél dus dubbel betalen.
Hij was vóór vrede. Hij zocht altijd het compromis. Hij was geen man van het conflict en hij verdedigde vaak de middenpositie met meestal enig voordeel voor het gezag.
Hij hield van reizen. Hij organiseerde vaak reizen voor de PLEM want hij zat in de ontspanningscommissie en dat was dan met bussen en voor honderden mensen tegelijk. Maar ook voor mensen op de Hei uit de buurt organiseerde hij reisjes, of met zijn petekind naar Rome.
Ook met Petra heeft hij veel gereisd, meestal sportief met de fiets, maar wat mij natuurlijk het meeste bijstaat is ons reisclubje, Mariet, mijn zus An, Har en ik. Zo zijn we de hele wereld afgereisd en we zeiden: “zolang we nog kunnen, gaan we ver en daarna komen we wel dichterbij.”
Maar zo heeft het niet mogen gaan. Een keer waren we op een hoge pas in de Himalaya, 4000 meter geloof ik. Daar was de lucht al ijl en de meesten van ons liepen de helling op en waren na een paar meter al buiten adem. Toen ik opkeek zag ik ineens Har en een reisgenote van het busgezelschap, Petra, een heel stuk hogerop, blijkbaar adem genoeg. “Daar gaat ons reisclubje” dacht ik en zo was het ook.
Har heeft goede ouders gehad Tante Marie en Ome Hein. Ome Hein was houtbewerker, maar in de kerk koster en dirigent van het zangkoor. Tante Marie was een groot Mariavereerder. Ik zie haar nog vóór de mis altijd een kaars opsteken bij het Maria-altaar in de kerk van het Woord Gods. Har droeg zelf altijd nog een oude rozenkrans bij zich.
Har is jarenlang misdienaar geweest. Hij heeft, meen ik, zijn veertigjarig jubileum gevierd. Hij was het al hier in de Lambertus, en hij moest ons, de nieuwe misdienaars van het Woord Gods, Latijn leren, zoals dat toen heette. Dat waren de antwoorden die je de priester gaf in de pre-vaticaanse mis en hij leerde ons wanneer je het boek moest omdragen.
Raadselachtig blijft waarom Har na het einde van het Woord Gods niet meer zo’n reguliere kerkganger bleef, maar laten we het erop houden dat hij genoeg voor een heel leven lang naar de kerk is geweest.
Als er ergens een stuk ontbreekt, zo zei pastoor Crasborn bij de bediening van mijn zus, dan vult Jezus dat nu aan. Moge dat voor Har ook zo zijn, als hij ergens tekort geschoten is. De huidige paus heb ik eens op een vol Sint Pietersplein horen zeggen: “Jullie deugen allemaal niet en ik ook niet.” Er is dus door Jezus altijd wat aan te vullen.
Har hield graag de regie, ook in zijn laatste dagen. Hij had de dokters zijn vertrouwen geschonken en dat was al heel wat want hij was al jaren niet meer bij een dokter geweest. Ik denk dat hij op de PLEM zelden of nooit een dag heeft verzuimd.
In zijn laatste ziekbed waren goedbedoelde adviezen van buitenaf niet welkom. Daarentegen was hij heel blij met de hulp die er kwam, Petra natuurlijk, en ook anderen, zoals Mariet.
Ivan Iljitsj stierf met veel angst en de professoren en doktoren vertelden hem de waarheid niet. Tenslotte had hij nog het meeste aan zijn knecht Gerasim die hem de benen omhoog hield als hij pijn had. Dat hielp. Har heeft in zijn laatste dagen ook mensen gehad die spreekwoordelijk zijn benen omhoog hielden en hij heeft de liefde mogen ervaren waar dit een teken van is.
Door zijn dapperheid en door de genade van God heeft hij het ze niet zo moeilijk gemaakt. Har is gemakkelijker gestorven dan Ivan Iljitsj, maar die zag wel aan het einde van de tunnel het licht. Moge dat voor Har ook zo zijn. Zoals we straks zullen zingen “In paradisum deducant te angeli, ten paradijze mogen je geleiden de engelen.”
Reacties
Reageren is uitgeschakeld voor dit bericht