Mit mig: Beurskens over de voorbeelden in zijn boek
Beurskens zegt in zijn boek veel over de voorbeelden als Dag Hammerskjold, over hun levens als een metafoor voor het universele leven, voor de mens die op zoek is gegaan, en aan het einde terugblikt. Beurskens noemt ze de groten. Dit omdat ze een stem hebben gegeven aan het lijden van de mens, en vooral aan het mysterie daarvan. Een citaat.
‘Hierna zal het toch geen kleinigheid zijn aan te tonen, dat deze mensen het leven uiteindelijk toch een win-win situatie hebben gevonden, tot hun eigen onuitsprekelijke verbazing. Tenslotte was het toch een pauzenloos succesnummer, een eindeloze triomftocht. Het is één storm van glorie geweest. Voor hen geldt de uitspraak van Jesaja … ik zal U doen rijden over de toppen der aarde. Op de zoektocht naar het wezenlijke geldt dat de allergrootsten het tenslotte toch nog leuk hebben gevonden. In de Taittiriya Upanishad gaat Bhrigu naar zijn vader en vraagt hem het mysterie van Brahman [God] te verklaren. Deze stuurt hem uit bidden. Bhrigu komt steeds terug met een ander resultaat. Dàn ligt het mysterie van God in de geest, dàn in de rede, dan in het voedsel van de aarde, dan in het leven zelf. Bhrigu komt steeds terug dan denkt hij dit dan denkt hij dat, maar de laatste zin gaat zò … so Bhrigu went and practised tapas, spiritual prayer. And then he saw that Brahman is joy: from joy all beings have come, by joy they all live, and unto joy they all return.
Reacties
Reageren is uitgeschakeld voor dit bericht