Paula in memoriam, 5 Mei 2012
Het is vandaag Bevrijdingsdag en Paula heeft in haar hele bestaan proberen te geloven, dat zij bij haar sterven zou ingaan in een nieuw leven, een bevrijding van alle lijden. Een dag waarop Jezus alle tranen van de ogen zal afwissen.
Laatst moest zij een bijdrage leveren aan een boekje waarin mensen getuigen van de betekenis voor hen van het geloof. Ze schrijft … het geloof betekent echt heel veel voor mij. Ik zou niet weten wat ik moest beginnen zonder mijn geloof. Dat is maar enkele weken geleden. Wij konden niet vermoeden hoe snel haar geloof op de proef gesteld zou worden.
Toen zij de slechte uitslag had gekregen belde ze Lucas op en zei … als je wil weten wat ik heb moet je nu naar het ziekenhuis komen, en breng de sigaretten mee. In het Limburgs natuurlijk. En een dag later is ze uit het ziekenhuis vertrokken en heeft ze in de korte tijd die haar nog restte alles geregeld, zoals dat heet. Dit tekent Paula ten voeten uit.
Toch had Paula niets wereldvreemds, haar bestaan was geen wachten op de eeuwige zaligheid. Ze snapt alles … zei laatst iemand die zat met een probleem dat vroeger nog niet bestond. Van mensen uit de zelfkant van onze samenleving hoorde ik deze dagen opvallend geschokte reacties op het bericht van haar dood. Met grote passie was Paula betrokken bij alles wat zich om haar heen voordeed. Alsof haar leven ervan afhing soms. Zwart-wit ook wel eens. Ze kon slapeloze nachten hebben van het leed van anderen. Het was nooit half werk bij haar. Meeleven was ook vaak meelijden. Het zou ons moeten hebben verontrust toen de laatste maanden dat oude vuur wat leek te doven.
Nee, het was nooit half werk bij haar, of het nu de Passiespelen waren waar ze in 1981 in het bestuur werd gevraagd en waar ze van de eerste vergadering terug kwam en tegen mij zei … ze hebben er nog eentje nodig en ik heb al gezegd dat jij dat gaat doen. In dertig jaar Passiespelen hebben we samen heel veel beleefd en Paula was een onmisbare raadgever. Behoorlijk lastig was het om om haar heen te komen en zij heeft voor mij heel wat kolen uit het vuur gehaald. Dat zal de heks wel weer moeten doen… zei ze dan. Zij was hartstochtelijk betrokken bij het verhaal in de Doolhof, de laatste dagen van Jezus in Jeruzalem, en bij de passiespelfamilie, bij de spelers. Zij stond midden tussen de mensen, maar ze ging ook samen met mij en Tilly op zaterdagmorgen door de jaren heen in de stilte bidden voor de spelen bij de roze zusters.
Paula zorgde graag voor mensen. Eén van de patiënten vertelde me dezer dagen op het spreekuur, dat vroeger als zij met de kinderwagen op weg was naar het consultatie bureau, dat de kleine Paula haar dan langs de weg stond op te wachten. Mevrouw, moog ich strak met ug kiendje gaon wanjele?
Nou, het is een groot gezin geworden in de praktijk van Thieu Jaspers waar zij in 1954 begon als doktersassistente. Zij groeide in de praktijk in maar ook in het dertienkoppige gezin van Thieu en Els. Zij assisteerde altijd het spreekuur, terwijl er vaak achter de tussendeur eentje met de fles lag. En toen Thieu’s krachten begonnen te tanen heeft zij voor hem een opvolger gezocht in het toenmalige ziekenhuis. En dat was ik dan. Ik wist niet goed wat ik met het voorstel moest doen en een keer kwam ik thuis na een vermoeiende dienst en ik zei daar … Ik ben voor niemand te spreken, alleen als het Paula is. Als ze belt doe ik het … dacht ik. En Paula belde.
Ik kan hier niet over haar spreken en voorbijgaan aan haar liefde voor honden en ik zou ze graag hier gedenken met naam, maar dat kan niet, want ze hebben allemaal Bas geheten, behalve Patrick natuurlijk. Een vertrouwd beeld voor allen die haar kennen, de hond, Bas dus, op een fauteuil tegenover haar, en zij, de telefoon in de ene hand, sigaret in de andere. Want ze hield er een heel telefoonpastoraat op na. Als je ’s avonds bij haar zat, ging de telefoon dikwijls vaker dan in de praktijk ’s morgens. Haar zusjes, de neven en nichtjes. De bewegingen van de neven over de aardbol, hun overplaatsingen voor de zaak, het had haar hevige belangstelling en ze is ze ook vaak nagereisd. De familie was één van haar passies en soms was er heel veel te bespreken, bijvoorbeeld met Annemie, maar Paula heeft het jou, Hugo, nooit kwalijk genomen dat je dan wel eens in de auto de krant ging zitten lezen.
Paula wilde veel liever voor anderen zorgen dan zelf verzorgd worden. De felicitatiedienst, de kerkewacht, de Zonnebloem, Akwaya bijvoorbeeld en vorig jaar heeft ze nog meegeholpen op het ziekentriduüm. Dat deed ze ook al zolang als ik haar ken. En als ze dan de laatste jaren ’s avonds met de tong op de schoenen thuis kwam en ik dan zei … moet je daar onderhand niet eens zelf bij gaan liggen … dan was dat een grapje dat over de schreef ging.
Paula werkte nog op woensdag. De laatste was de woensdag vóór Pasen. De woensdag na Pasen zat ze me ’s morgens op te wachten samen met Els. ’s Nachts hadden zich de fatale symptomen geopenbaard die zouden leiden tot haar einde. Ze had de waarnemer, Hanny, gebeld en die zat al in de praktijk. En de koffie stond evengoed ook al klaar. Twee-en-een halve week later was ze er niet meer door een ziekte die slopend heet te zijn en gewoonlijk lang duurt. Paula gaat zoals ze heeft geleefd, nogal stormachtig, met een klap, alles op stelten zettend, zoals we hier nu ook met zo enorm velen zijn. Never a dull moment … met Paula Teeuwen.
Ik kon haar de laatste week vragen of ze niet angstig of zwaarmoedig was. Nee, dat was ze niet. Ik vind het wél jammer … zei ze tegen een ander. En ze was nog blij met de communie afgelopen zondag, een klein stukje weliswaar want een hele hostie kon ze niet meer af krijgen. En haar oude humor waarmee ze hele gezelschappen aan de gang kon houden, waarmee ze Carnaval vierde zonder een druppel drank en die we enige tijd niet meer hadden gezien is weer terug gekomen. Of ze geen pijn had, vroeg ik haar … nee alleen waar jij me gespoten hebt. En toen de pastoor sprak over de mooie reis die ze ging maken vroeg ze of hij misschien ook een perronkaartje wilde. Toen de jonge dokter in het ziekenhuis bij een meningsverschil zei dat ze wel 57 jaar doktersassistente kon zijn geweest, maar dat hij nou de witte jas aan had zei ze … maar die van mij is zo gehaald.
Paula, maar dat kan toch niet … hoorde ik velen zeggen de afgelopen dagen. Voor sommigen had ze iets tijdloos als ze zo rond rende in haar spijkerbroek en door Tegelen scheurde in haar auto. Zij had altijd last van de drempels, ik nooit. Zo realiseerde men zich niet dat ze toch al 75 jaar was. Misschien is het daarom ook maar goed zo, zoals het nu is. Voor Paula was het leven geen half werk en zij kon niet op een laag pitje bestaan.
Paula, het hardnekkige gerucht doet de ronde, dat je vader – en als het niet waar is is het goed gevonden – erg teleurgesteld was dat je geen jongen was, omdat hij al acht meisjes had en geen jongen. En je naar de Maas heeft willen brengen. Maar goed dat hij het niet gedaan heeft, want wij zijn heel erg blij en gelukkig met je geweest.
Moge Maria, die je zó hebt vereerd, de Moeder Gods, tot wie je zó vaak op zondagmorgen samen met Toos hebt gebeden in het kapelletje van Geloë je zelf verwelkomen aan de poort van de hemel, ja, je reeds verwelkomd hebben. Je was een grote dame uit het oude Tegelen, maar je begreep ook deze tijd, je snapte alles, maar Paula, vooral was je onvergetelijk uniek, gewoon Paula, adieu en bedankt voor alles.
Reacties
Reageren is uitgeschakeld voor dit bericht