Verslag Beurskens: zaligverklaring Josepha Stennmans
Gisteren vond de zaligverklaring plaats van moeder Josepha Stennmans in het openluchttheater de Doolhof in Tegelen, waar anders altijd de Passiespelen worden gehouden. De 3500 zitplaatsen waren allemaal bezet. Het weer was zoals niemand het zich had kunnen dromen. Daar heeft moeder Josefa voor gezorgd … zeggen de zusters.
Is zoiets nu een anachronisme? Feit is dat pater Arnold Janssen in tweede helft van de negentiende eeuw naar Steijl kwam en daar een klooster stichtte in een boerenschuur. Nu zijn er zo’n 10.000 mannelijke en vrouwelijke kloosterlingen over de hele wereld verspreid. Moeder Josefa is de mede-stichteres van de missiezusters. Ik maakte ooit een ballonvaart en toevallig kregen we een mooi zicht op het enorme complex aan gebouwen dat er nu staat. Laatst in de binnenlanden van Australië vroeg ik enkele Jezuïeten of ze de congregatie kenden. Ja, natuurlijk. En in de Duitse taalgebied zijn de Steijler Missionäre een begrip.
Pater Arnold kwam ook in een tijd dat het de katholieke kerk niet meezat, net zoals het haar nu niet meezit. In Duitsland werd zij er in feite uit gegooid door Bismarck in de Kulturkampf. Daarom kwam hij naar Nederland. In Frankrijk waren de verwoestingen van de Verlichting in de kerk nog lang niet uit gewoed. In het leven van de Pastoor van Ars, een iets eerdere heilige die ook van alles paraat heeft gemaakt, speelde zij nog een grote rol.
En ineens was het er weer, en nog wel hier in Steijl. In enkele jaren. Dat is een wonder op zichzelf. Maar Valdir Bender, de man uit Zuid-Brazilië, die op negentienjarige leeftijd genezen werd van een gescheurde darm op voorspraak van moeder Josefa, legde zijn gave gisteren ook voor het altaar, met een Braziliaanse vlag erbij die van veraf groen schitterde in de zon. Wat grijzer was hij ongetwijfeld dan 23 jaar geleden, toen hij zo ziek was. Zijn gebaar ontroerde iedereen. Het wonder werd door de kerk erkend.
De congregatie leverde ondertussen twee heiligen en twee zaligen op. Pater Arnold zelf en pater Freinademetz die in China werkte en in zijn geboortestreek Zuid-Tirol zeer wordt vereerd. En dan nog moeder Maria Helena Stollenwerk en nu moeder Josefa. Het kwam allemaal op het geloof van mensen, die bij het uur leefden, zoals moeder Josefa zei. Zij dacht niet veel vooruit en leefde bij het ogenblik in vertrouwen op de Heilige Geest en daar is de congregatie nu op gebouwd. Drijfzand voor ons die alles in de hand willen houden, maar hard als de rots voor de gelovige mens.
Uit alle werelddelen traden mensen op in de mis in hun kleurige kledij, hun olielampen en de muziek uit India met zijn eeuwig en eindeloos verlangen. Toen het communie was liepen de priesters begeleid door een misdienaar door de mensenmenigte. Waar de lamp met de brandende kaars boven de mensen uitstak was de communie te krijgen. Hoe vaak zullen de ogen van moeder Josefa niet dat licht hebben gezocht?
De hemelse regisseur regelde met wat witte stapelwolken het licht in de Doolhof. Af en toe wat meer, af en toe wat minder, af en toe aan en af en toe uit. Zodat het licht nog lichter werd. Zoals het in het leven van de gelovige mens ook gaat. Af en toe is er het licht, af en toe is het er niet. En komt er weer eens licht dan is het licht nog lichter. Maar het geloof is nooit weg. En als je dat tot het uiterste toe volhoudt, dan ben je heilig. Deze mensen hebben begrepen hoe het leven werkelijk in elkaar zit. Nee, er is toch nog een onzichtbare wereld, waar niemand veel van hoort, maar die er toch is. Een anachronisme was het daar niet, gisteren in de Doolhof. Een knip van de vinger van de Heilige Geest en het is er weer.
Reacties
Reageren is uitgeschakeld voor dit bericht