Druk op enter om de resultaten te tonen of ESC om te annuleren.

Woorden van afscheid voor Ruud Linssen

Woorden van afscheid voor Ruud Linssen bij zijn begrafenis. Hij was de bezorger van deze website, redacteur en goede vriend.

Witte Donderdag 8 april 2020

Beste mensen, 

Van het concert des levens krijgt niemand een program.

Als ik één van mijn stukken zo was begonnen had Ruud er meteen een rode streep doorheen gehaald. Te truttig. Maar hoe waar is het voor hem geworden!

Wie had verwacht dat ik nu sta bij zijn kist in plaats van hij bij de mijne.

Op 24 maart appte hij me nog… bedankt voor je bemoedigende woorden. Het was gegaan over corona en hij had mij gevraagd er iets over te schrijven. Een week later was hij er niet meer.

Eén van de pijlers onder het leven van Ruud was taal en ik kon me geen betere redacteur van mijn website bedenken. We waren goede vrienden geworden, al sinds dertig jaar. Kort moesten mijn teksten zijn, duidelijk en liefst tenslotte ook lyrisch. Taal was zijn grote liefde.

Met de rakkers, Jeroen van Leipsig, Ton Ververgaard, Maarten Stoffels, Bas Kurstjens. Zij hebben van hem gehouden. Dat merk ik aan hun emoties. Ruud was trouw aan zijn vrienden, come what may. Ze hielden literaire nachten op het verlaten, aangemeerde veer, dat overdag voer tussen Steyl en Baarlo.

Dan werden gedichten van Gerrit Achterberg en Jacques Bloem voorgedragen bij één of meerdere flessen Petit Caillou. Tegen de achtergrond van de Maas en de kloosters. Bijvoorbeeld dit gedicht van Achterberg. Het heet vervulling

Het beste van voor jaren dringt vanavond tot mij door.
Al je gewone vragen vinden weer gehoor.
Regent het. Ja het regent. Goede nacht.
Laten we nu gaan slapen, zeg je zacht.
Wij luisteren en liggen. Wind beweegt het raam.
Blijf zo maar liggen, zeg ik, en ik noem je naam.
Alles wat antwoord is gaat van mij uit.
Je wordt vervuld van de oneindigheid.

Vervulling, Achterberg

Een wonder van taal, daar kon Ruud van genieten en het verhief de rakkers boven de schepping als die niet van liefde is vervuld. Het ging over het oneindige, het onbereikbare. Taal geeft ons leven zin op de enige manier waarop dat mogelijk is. En dat was Ruud zijn Anliegen. Daar ging het bij hem over. Taal die raakt aan het wezenlijke. Taal was bij Ruud nooit triviaal.

Zo was hij ook bij de Passiespelen. De boodschap van Jezus, de laatste dagen in Jeruzalem, moest compromisloos, in fantastische taal gebracht worden. Dat had consequenties voor een bestuurder als ik. Wat hij wilde was niet allemaal mogelijk, maar hij kon daar toch ontzettend op doorhameren. Je kwam niet zomaar van hem af. Je kon er een schuldgevoel van krijgen, vooral als je het stiekem met hem eens was. Ik ben een keer per ongeluk zonder benzine komen te zitten in Roermond toen ik hem aan de telefoon had, rondjes reed door de stad en niet van hem afkwam.

De volgende tekst was hem uit het hart gegrepen, zij geeft weer deels hoe hijzelf was in zijn diepste verlangen, fantastisch vertolkt door zijn goede vriend, Geert Beurskens, acteur van de Passiespelen, die ongetwijfeld nu ook met ons verbonden is. Dit is de tekst van Lazarus, geschreven door Wiel Kusters…

Soms ben ik moedeloos, en hoogstens nog een vonk
van het vuur dat in mij was.
Ik weet niet waar ik gaan moet en waar staan:
verhef je hart eens als het graf steeds aan je trekt.
En wat ik voel, en wat ik weet,
is dat ik nu pas echt ben opgestaan.
Dat ik nu pas echt weer leven kan,
vanuit de dood die mij beving,
een leven waartoe Hij mij riep.
Dat ik nog steeds gestorven was,
maar nu met Hem verrezen ben,
met Hem die zich verrijzen deed
en die het Leven is.
Want wat mij overkomen is,
heeft nu pas zin.

Lazarus, door Wiel Kusters

Hierin komt ook de worsteling van Ruud met geloof naar voren. Die was totaal onconventioneel. Hij had niets met het instituut kerk. Laatst kwam hij bij me met de klacht dat in een mis de priester hem niet had geïnspireerd. Wie gaat er nu ook voor een priester naar de kerk … zei ik dan en er ontstonden lange, gedenkwaardige discussies die ik steevast beëindigde met de woorden … je bent zó katholiek dat het me pijn doet aan de ogen. En dan moest hij lachen op de manier zoals hij ook staat op de rouwbrief, soms nog harder, een beetje hikkend.

Daarom is het zo mooi dat we hier bijeen zijn op Witte Donderdag, waarop herdacht wordt dat Jezus de meest intieme ontmoeting met hem mogelijk heeft gemaakt, ver vanwaar hij ooit heeft geleefd en over elke spanne tijds heen. We zitten bij Hem aan het Laatste Avondmaal, letterlijk. Naar zo’n absolute ervaringen, minstens in taal, was Ruud op zoek.

Daarom was hij ook zo fanatiek over de Passiespelen. Dat moesten zij overbrengen. Maar Ruud had geen bestuurlijk en politiek talent – dat wilde hij ook niet hebben – en toen ik eindelijk naar hem luisterde kon ik ook meteen bij de Passiespelen vertrekken, waarvoor ik hem nu nog dankbaar ben in deze moeilijke tijden.

Ruud zocht naar de absolute taal, een absolute verwoording van het verlangen naar het wezenlijke, compromisloos en daarin had hij iets van een dolende ziel, een Don Quichote. Ut waar unne apaarte … zei iemand. Hij ging nog liever dood dan hierin verwatering te aanvaarden. Nu was ook niet bang voor de dood. Dat heeft hij laatst nog eens gezegd. Hij zei het ook vaker tegen mij en ik geloofde het. Dat hoor ik van Roos en dat het in deze ogenblikken troost biedt aan Rosa. 

Gerrit Achterberg…

Wat is dit een zoete verbintenis,
u en de dood en ik.

Ik ben het bitter overschot,
aan deze zijde Gods,
van ons in u voltrokken lot.

Gerrit Achterberg

Taal, geloof, twee pijlers van zijn leven, maar geloof gaat natuurlijk alleen maar over liefde. Dat heeft Jezus gezegd en dat hebben alle groten uit de geschiedenis gezegd en die hebben daar levenslang mee geworsteld. Het enige voertuig naar de hemel is de liefde en daar heeft Ruud ook mee geworsteld. En alle menselijke aspecten van de liefde horen hierbij. Ruud vond dit gedicht van de beroemde Arabische dichter heel mooi. God als vrouw … Umar Ibn al-Farid spreekt hier over God in het vrouwelijke …

Nu heb ik het oor van Mozes,
Die ooit het woord van God hoorde
En mijn hart kent de aanblik van glorie
Die ooit de ogen van Mohammed zagen.
Als ik míjn leven verlies terwijl ik háár bemin,
Zal mij dat tot voordeel zijn, dat zweer ik;
Als zij mijn hart ziek maakt,
Zal zij het ook genezen.
Zij stond mij toe
Haar te naderen
Dichterbij dan ik verwachtte
Of zelfs ooit gehoopt had. 

Umar Ibn al-Farid

Alle vormen van liefde dus, ook de gewone menselijke, horen bij de opgang naar God. Een erotisch klinkend liefdesgedicht kan vaak gebruikt worden als een gebed tot God. Extreme ascese slaat de deur naar God dicht, zo zeggen de Boeddha en de grote religies. De biografieën van de heiligen staan er vol mee, Experimenten met taal, die die worsteling weergeven, daar hield Ruud van, met de woorden van Achterberg …

De Liefde komt mij ingehouden nader
en werpt vooruit een vlamgevoel;
zou trouw deez’ Liefde blijven willen?
’t Vragen van mijn harte stil-verstillen?

Als zacht mijn hoofd in ’s Liefdes armen rust,
als ’t donker licht van wonderbeelden
in vreemde vrouwenoogen zweeft,
dan blijft voor mij ’t zich overgeven

Gerrit Achterberg

Ik kan mij voorstellen dat menig vrouwelijke relatie het moeilijk heeft gehad met iemand die zo in het leven stond. 

Zijn geloof stond in het teken van verlangen en liefde. Een groot ascetisch pensum afwerken om die liefde te bereiken, dat heeft hij nooit gedaan. Hij had een diep verlangen naar het betere, naar het goede, hoezeer dat ook verscholen lag in de mist van toekomst. Ruud bleef onvermoeibaar geloven in de toekomst. Misschien kun je zijn geloof maar beter vertalen met verlangen. 

Op eigen kracht kan een mens die dus niet bereiken. Maar er zijn wél tips te geven. Er is een verhaal uit de Islam dat dit mooi tekent … 

een Islamitische wijze ging eens naar Mekka, maar hij trof de Ka’ba, de grote zwarte steen in Mekka, daar niet aan. De mensen zeiden hem … de Ka’ba is weg om een vrouw, Rabi’a al-‘Adawiya, te verwelkomen. De wijze was geschokt, want hij had veertien jaar gebeden  voor dit moment en nu was de Ka’ba er niet. Toen hij Rabi’a later tegenkwam, zei hij tegen haar … ja, inderdaad, gedurende veertien jaar heb ik de woestijn doorkruist in gebed! Rabi’a zei … jij doorkruiste hem in gebed, ik in verlangen.

Dit verlangen, deze overgave had Ruud ook in zich. De genade komt je vanzelf aanwaaien. Op eigen kracht kun je het niet bereiken. Het enige dat van ons wordt verwacht is verlangen en dan kijkt God over onze fouten heen.

Filosoferen over het volgende kon je met Ruud eindeloos …

O nacht die verenigde
Minnaar met Beminde,
ie omvormde 
Minnaar tot Beminde.
Op míjn borst, bedekt met bloemen,
Die hij hield vòòr zichzelf alleen,
Lag hij slapend,
Terwijl ik teder bij hem bleef,
En een bries stak op uit het wuiven van de ceders.
En de wind blies van de toren
Terwijl ik zíjn lokken wijken deed,
Met zíjn serene hand
Verwondde hij míjn hals
En bracht hij al míjn zinnen uit zichzelf.
En ik verloor mij in vergetelheid,
Mijn gelaat rustend tegen de Beminde.
Alles week en achter mij liet ik mijzelf,
mijn angst
Vergeten te midden van de leliën.

De donkere nacht van de ziel, Sint Jan van het Kruis

Je zou zeggen dat dit een gedicht is uit een driestuiver roman maar het zijn de laatste regels van de donkere nacht van de ziel, het beroemdste boek van Sint Jan van het Kruis, heilige en kerkleraar. Ruud interesseerde zich er mateloos voor, vooral omdat het zo paste in zijn biografie … Gerrit Achterberg …

Dat ik bij machte ben te vinden
een laatste naam voor de beminde,
om dit heelal mee te verblinden,
voordat ik zelve naamloos word.

Het is mijn enige tekort.

Het woord was God in den beginne

Gerrit Achterberg

Die laatste naam van Wie hij zocht heeft hij niet gevonden, maar die heeft niemand bij leven gevonden. Nu heeft hij hem gevonden, nu wij aan zijn graf staan …de naam voor wie iedere knie zich buigt in de hemel, op de aarde en onder de aarde.

En hier lijkt Ruud tot ons te spreken als hij voorgoed weggaat met woorden van Rabindranath Tagore, door hemzelf vertaald in het Engels …

I have got my leave. Bid me farewell my friends. I bow to you all and take my departure. Here I give back the keys of my door – and I give up all the claims to my house. I only ask for last kind words from you.

We were neighbours for long, but I received more than I could give. Now the day has dawned and the lamp that lit my dark corner is out. A summons has come and I am ready for my journey.

Rabindranath Tagore, vertaling Ruud Linssen

Ruud, we hebben van je gehouden. In al jou proberen en falen en streven, mogen voor jou waar worden, de woorden van de Bengaalse dichter, Rabindranath Tagore, … en als ik deze nu bij toeval tegenkom en Uw handmerk zie, dan bemerk ik dat zij verspreid lagen in het stof tussen de herinneringen van vreugden en smarten uit mijn vergeten triviale dagen. Gij keerdet U niet verachtelijk af van mijn kinderlijk spel in het stof, en de schreden, die ik hoorde in mijn speelkamer, zijn dezelfden als die weerklinken van ster tot ster.

Niets is voor niets geweest en al je tranen zijn opgetekend in het hemelse boek, en met tien vermenigvuldigd zoals in de Koran staatIn de Apocalyps staat… en hij zal alle tranen van hun ogen afwissen en de dood zal niet meer zijn: geen rouw, geen geween, geen smart zal er zijn, want al het oude is voorbij.

Taal, verlangen en liefde

Ruud, moge je nu de hemelse taal hebben gevonden, de vervulling van je levenslang hartsverlangen, moge jou met de woorden van Thomas à Kempis de omhelzing zijn geworden die er is voor de gezegenden, en moge je geborgen zijn in de liefde van Jezus. Je was voor ons een onvergetelijke en trouwe vriend en vanuit je nieuwe plaats zul je  met ons meelopen op ons levenspad.


Absolute

In de katholieke kerk is er op het einde van de begrafenisdienst de absoute, een laatste afscheid. Soms doen priesters in deze coronatijd die op het kerkhof. Ik wil Ruud niet op het laatste ogenblik nog het instituut aandoen, maar de tijdloze gebeden en symboliek waren er al lang voor het instituut.

Een wezenlijk onderdeel van de absoute is het water, bron van het leven. Dat was er bij het doopsel en op het einde nemen wij ook weer afscheid met het water. Tussendoor is er veel Petit Caillou geweest, maar op het einde is er weer water,

Jezus zei tegen de Samaritaanse vrouw, 

Iedereen die van dit water drinkt krijgt weer dorst, maar wie van het water drinkt dat ik hem zal geven, krijgt in eeuwigheid geen dorst meer; in tegendeel, het water dat ik hem zal geven, zal in hem een waterbron zijn, opborrelend tot eeuwig leven.

In de kerk wordt het lichaam dan gezegend met wijwater en ik wil de rakkers vragen dit nu ook voor Ruud te doen.

Maarten wil ik vragen wijwater over Ruud te sprenkelen, Bas ook, eigenlijk wilde ik voor hem water van de kapel in ’t Zand hebben gehaald maar de kranen zijn daar dicht vanwege Corona, voor Joep heb ik Lourdeswater en voor Ton water uit de Jordaan, de rivier waarin Jezus is gedoopt.

Ten paradijze mogen je geleiden de engelen;
mogen de martelaren je bij je komst begroeten
en je leiden tot in de hemelse stad Jeruzalem.
Moge het koor der engelen je ontvangen
en moge je met Lazarus, de arme van weleer,
voor altijd rusten in vrede.

Onze vader
Weesgegroet

Ruud, moge het eeuwige licht je verlichten en moge je rusten in vrede en help ons op ons levenspad. Amen

ruud linssen
Ruud Linssen